W3: Taalverzorging: Spelling samenstellingen en liggend streepje

Leerdoelen Taalverzorging
19. Ik kan van twee of meer woorden de juiste samenstelling spellen.
23. Ik weet wanneer een woord aaneengeschreven of los geschreven moet worden en pas dit toe.
24. Ik weet wanneer in een woord het liggend streepje gebruikt moet worden en pas dit toe.
28. Ik weet wanneer ik een weglatingsstreepje kan gebruiken en pas dit toe

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen Taalverzorging
19. Ik kan van twee of meer woorden de juiste samenstelling spellen.
23. Ik weet wanneer een woord aaneengeschreven of los geschreven moet worden en pas dit toe.
24. Ik weet wanneer in een woord het liggend streepje gebruikt moet worden en pas dit toe.
28. Ik weet wanneer ik een weglatingsstreepje kan gebruiken en pas dit toe

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Je schrijft een tussen -n wanneer...
A
het meervoud van het linkerdeel van het woord eindigt op -en
B
het linkerdeel van het woord een zelfstandig naamwoord is
C
het meervoud van het linkerdeel van het woord een zelfstandig naamwoord is en eindigt op -en
D
Geen van bovenstaande antwoorden is goed

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de eerste stap die je moet zetten om te zien of het woord geschreven moet worden met een tussen -n?
A
Je splitst het woord op.
B
Je kijkt of het een meervoud heeft op -en.
C
Je kijkt of er bijzonderheden zijn.
D
Je kijkt of het eerste woord een zn is.

Slide 4 - Quizvraag

Hoe schrijf je dit woord?
A
Zonnebril
B
Zonnenbril

Slide 5 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
kattebak
B
kattenbak

Slide 6 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
hogeschool
B
hogenschool

Slide 7 - Quizvraag

Met of zonder tussen-n?
A
spinnenwiel
B
spinnewiel

Slide 8 - Quizvraag

Waarom schrijf je maneschijn zonder tussen-n?
A
Je hebt er maar 1 van.
B
Het eerste woord heeft 2 meervouden.
C
Het woord heeft alleen een meervoud op -s.
D
Het juiste antwoord staat er niet tussen.

Slide 9 - Quizvraag

Waarom schrijf je horlogemaker zonder tussen-n?
A
Je hebt er maar 1 van.
B
Dit woord heeft twee meervouden.
C
Het woord heeft alleen een meervoud op -s.
D
Het juiste antwoord staat er niet tussen.

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Aan elkaar of los?
twaalf duizend
A
twaalfduizend
B
twaalf duizend

Slide 12 - Quizvraag

Aan elkaar of los?

A
driemiljard
B
drie miljard

Slide 13 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
lange termijn planning
B
langetermijnplanning
C
lange termijnplanning
D
langetermijn planning

Slide 14 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
adembenemende voorstelling
B
adembenemendevoorsteling
C
adem benemende voorstelling
D
adem benemendevoorstelling

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Goed of fout?
flex-medewerkers
A
goed
B
fout

Slide 17 - Quizvraag

Goed of fout?
Koffie-automaat
A
Goed
B
Fout

Slide 18 - Quizvraag

Goed of fout?
Politieoptreden
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quizvraag

Goed of fout?
Garage-eigenaar
A
Goed
B
Fout

Slide 20 - Quizvraag

Huiswerk
Bestudeer blz. 22, 23, 26, 28 en 37
Maak opdr. 5, 6, 7, 9, 10, 15 en 16 blz. 23, 24, 27, 29, 37, 38 

Slide 21 - Tekstslide