Spelling blok 5 - HA1a

Spelling blok 5

- Weet je het nog? (trema, liggend streepje, verkleinwoorden)

- Bijvoeglijke naamwoorden

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Spelling blok 5

- Weet je het nog? (trema, liggend streepje, verkleinwoorden)

- Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een liggend streepje in een woord zoals bij auto-ongeluk?
A
als het woord verkeerd kan worden gelezen
B
als het woord twee klinkers achterelkaar krijgt
C
ik weet het eigenlijk niet meer

Slide 2 - Quizvraag

Geef aan goed of fout:
Koffie-automaat
A
Goed
B
Fout

Slide 3 - Quizvraag

Geef aan goed of fout:
Politieoptreden
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quizvraag

Geef aan goed of fout:
Garage-eigenaar
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer krijgen we een trema in een woord?
A
Als één woord twee klinkers achter elkaar krijgt
B
Als één woord (geen samenstelling) verkeerd kan worden gelezen
C
Ik weet het eigenlijk niet meer

Slide 6 - Quizvraag

Geef aan goed of fout:
Reunie
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quizvraag

Geef aan goed of fout:
Ingeademd
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Geef aan goed of fout:
Geinformeerd
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Geef het verkleinwoord van 'menu'

Slide 10 - Open vraag

Geef het verkleinwoord van 'beloning'

Slide 11 - Open vraag

Welk verkleinwoord is niet goed geschreven?
A
Kiwietje
B
Cafeetje
C
Babytje
D
Lolly'tje

Slide 12 - Quizvraag

Geef aan goed of fout:
discjockeytje
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quizvraag

Einde

We gaan nu verder met de nieuwe theorie uit het boek

4.2 Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 14 - Tekstslide