M&N 2.4 oog

Het oog
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het oog

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je benoemt de bouw en functie van het oog.
Je legt uit dat signalen vanuit de zintuigen via zenuwen naar de hersenen worden doorgegeven.

Slide 2 - Tekstslide

Prikkel
Vormen van lichtstralen zetten wij om in de hersenen tot beelden
Elk oog krijgt verschillende licht stralen binnen, deze zetten wij om tot 1 beeld

Slide 3 - Tekstslide

Het oog
Het netvlies zet lichtprikkels om in impulsen en vervoert deze naar de blinde vlek (hier zitten geen zintuigcellen).
en wordt via de oogzenuw vervoert naar de hersenen.

Slide 4 - Tekstslide

        Het harde oogvlies
Dit is een stevig wit bindweefselkapsel (oogwit). Het harde oogvlies geeft stevigheid en bescherming aan onze ogen en het is tevens de aanhechtingsplaats voor de oogspieren.

Slide 5 - Tekstslide

Aan de voorzijde gaat het harde oogvlies over in het sterk gekromde en doorzichtige hoornvlies. Doordat het hoornvlies sterk gekromd is, worden hier de lichtstralen reeds op passieve wijze gebroken.
               
               Het hoornvlies

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Het vaatvlies
Laag met bloedvaatjes tussen harde oogvlies en netvlies.

Aan de voorzijde gaat het vaatvlies over in het regenboogvlies of de iris.

Slide 8 - Tekstslide

iris
Is het gekleurde gedeelte van het vaatvlies.
De iris bevat
  •  kringspieren
  •  straalsgewijs lopende spieren


Slide 9 - Tekstslide

pupil
Is de opening in het oog (opening in het vaatvlies/iris). 

Functie:
Regelen van hoeveelheid licht.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

lens
Is doorzichtig en ligt achter de pupil.

Functie: Scherp zien d.m.v accommoderen

Slide 12 - Tekstslide

Licht en het oog
Het licht komt via de pupil in je oog.
De pupil is een opening in de iris.

Het netvlies is gevoelig voor licht.

De lens zorgt voor een scherp beeld.

Slide 13 - Tekstslide

Bevat 2 soorten zintuigcellen:
kegeltjes (kleur) en staafjes (schemering licht/donker).
Functie:
lichtprikkels omzetten in (zenuw)impulsen .

         
                  Netvlies

Slide 14 - Tekstslide

gele vlek
Het netvlies is niet overal even gevoelig voor licht. De gele vlek is de meest gevoelige plek van het netvlies doordat hij veel zintuigcellen (bijna uitsluitend kegeltjes) bevat.
 

Slide 15 - Tekstslide

Oogzenuw
Ontvangt impulsen van het netvlies.

Functies:
Impulsen naar hersenen brengen.


Slide 16 - Tekstslide

blinde vlek
De blinde vlek is de plaats waar de oogzenuw de oogbol verlaat. Doordat er geen zintuigcellen liggen, is de blinde vlek ongevoelig voor lichtprikkels.

Slide 17 - Tekstslide

glasachtig lichaam
Doorzichtig gedeelte binnen in het oog.

Functies:
- vorm van het oog
- licht doorlaten


Slide 18 - Tekstslide

Het kamervocht en de achterste & voorste oogkamer


Slide 19 - Tekstslide

Opdracht:
Teken nu het oog en benoem daarbij de volgende onderdelen:
Het hoornvlies
Het netvlies
Het vaatvlies
Het harde oogwit
De lens
De blinde en gele vlek

Slide 20 - Tekstslide

Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de functie van het harde oogvlies?
A
Het vochtig houden van het oog.
B
Het geven van bescherming aan het oog.
C
Het geven van voedingsstoffen aan het oog.
D
licht opvangen met de zintuigcellen

Slide 22 - Quizvraag

De gele vlek in je oog is de plaats in het netvlies waar je oogzenuw het oog verlaat
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quizvraag

De lens in je oog zorgt voor
A
een kleurig beeld
B
een scherp beeld
C
het beschermen tegen stofjes
D
het afsluiten van je oog

Slide 24 - Quizvraag

Welk onderdeel van het oog komt een lichtstraal het eerst tegen als deze het oog in 'valt'?
A
Pupil
B
Lens
C
Hoornvlies
D
Netvlies

Slide 25 - Quizvraag

Hoe heet het gekleurde deel in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Hoornlaag
D
Netvlies

Slide 26 - Quizvraag

De meeste oogzintuigcellen bevinden zich:
A
Op het netvlies
B
Op het vaatvlies
C
Op het hoornvlies
D
In het glasachtig lichaam

Slide 27 - Quizvraag

Einde
De lens
Het hoornvlies
De iris
De pupil
en het netvlies 

Slide 28 - Tekstslide