In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Theorie (verkleinwoorden)
Van de meeste zelfstandige naamwoorden kun je een verkleinwoord maken.
Meestal = -je of -tje achter het woord.
stoel-stoeltje schaar - schaartje dans - dansje
Slide 3 - Tekstslide
Spelling groep 7
Taken in Numo van maandag 4 januari t/m 11 januari:
verkleinwoorden
werkwoorden tegenwoordige tijd
eindcombinaties
Slide 4 - Tekstslide
VERKLEINWOORDEN
Slide 5 - Tekstslide
Soort woord met voorbeeld
Woorden met een -m boom
Woorden met een -ng koning
Achteraan -a, -o of -u opa, auto, paraplu
Achteraan -y baby
Woorden met cijfers of afkorting dvd, A4
Woorden met -é saté, café
Regel met voorbeeld-pje boompje
-kje en de -g laat je weg koninkje
extra klinker opaatje, autootje, parapluutje-'tje
baby'tje-'je of -'tje
dvd'tje, A4'tje
-ees satees
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Schrijf in je schrift:
Voorbeelden van verkleinwoorden:
boom - boompje
koning - koninkje
opa - opaatje
baby - baby'tje
A4 (papierformaat) - A4'tje
saté - sateetje
Slide 9 - Tekstslide
Radio
A
Radiotje
B
Radio'tje
C
Radiootje
Slide 10 - Quizvraag
Verdieping
A
Verdiepingtje
B
Verdiepingetje
C
Verdiepingkje
D
Verdiepinkje
Slide 11 - Quizvraag
café
A
cafétje
B
cafe'tje
C
cafeetje
D
cafee'tje
Slide 12 - Quizvraag
cd
A
cdtje
B
CeeDeetje
C
cd'tje
Slide 13 - Quizvraag
Tip van de dag!
Twijfel je over een verkleinwoord? Neem een voorbeeldwoord in je hoofd met dezelfde laatste letter of klank!
Verkleinwoord van cranberry?? Baby eindigt ook met y en dat wordt baby'tje.
Dus: cranberry'tje!
Slide 14 - Tekstslide
Nu zelf:
In Numo staan de taken klaar over dit onderwerp, maar ook:
herhaling werkwoordspelling en woorden die eindigen op vaste eindcombinaties. Let op: -ieuw (en de uitzondering: interview) en op de woorden die eindigen op -isch! (fantastisch)
Schrijf de regels steeds weer in je schrift! Lastige woorden? Zet die erbij!