Gebruik: Iets gebeurd altijd, nooit, regelmatig of is een feit
Signaalwoorden: always, never, sometimes, rarely, regularly, every ... , etc.
+: ww + (s)
-: don't/doesn't + hele werkwoord
?: do/does + ow + hele werkwoord
Spellinsuitzonderingen bij he/she/it
1. go -> goes, do -> does
2. ww eindigend op een s-klank = +es scratch - scratches
3. ww eindigend met medeklinker + y = + ies cry - cries