U2 Present Simple vs Preset Perfect

Welcome!
Thursday the 23rd of November
- Revise Present Simple (Y1 & Y2)
- Revise Present Perfect (Unit 1)
- Explanation present simple vs present perfect
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome!
Thursday the 23rd of November
- Revise Present Simple (Y1 & Y2)
- Revise Present Perfect (Unit 1)
- Explanation present simple vs present perfect

Slide 1 - Tekstslide

Periode 2
Upcoming tests:
- Friday the 8th of December: Open booktest AVLEOS
- Thursday the 14th of December: PW unit 2 (vocab, grammar & phrases)
- Thursday the 11th of January: Listening test
- Testweek: Reading test. 

Slide 2 - Tekstslide

Leg de Present Simple uit.

Slide 3 - Open vraag

Present Simple
Gebruik: Iets gebeurd altijd, nooit, regelmatig of is een feit
Signaalwoorden: always, never, sometimes, rarely, regularly, every ... , etc.

+: ww + (s)
-: don't/doesn't + hele werkwoord
?: do/does + ow + hele werkwoord

Spellinsuitzonderingen bij he/she/it
1. go -> goes,  do -> does
2. ww eindigend op een s-klank = +es                     scratch - scratches
3. ww eindigend met medeklinker + y = + ies        cry - cries
She
He     = + s
I
T

Slide 4 - Tekstslide

Leg de Present Perfect uit

Slide 5 - Open vraag

Present Perfect
Gebruik: 
1. Het is gebeurd en niet belangrijk wanneer.               
    We have visited Portugal several times.

2. Het is in het verleden begonnen en nog steeds bezig.     
Jackie and I have been friends since 2012 (= nu nog steeds)

3. In het verleden gebeurd en het resultaat is nu zichtbaar.  
 I have washed the car. (= het is nu schoon)

4. iets is net of nog niet gebeurd.
I haven't studied for the English test, yet.




SW:  since, for, in, just, lately, recently, yet

+: Have/has + voltooid deelwoord*
-: Haven't/hasn't + voltooid deelwoord.
?: Have/has + ow + volt. dw.

*= ww + ed OF 3e rijtje
** = Zelfde spellingsuitzonderingen als Past Simple

Slide 6 - Tekstslide

Fill in the Present Perfect:
She ________ (bake) a cake.

Slide 7 - Open vraag

Fill in the present perfect:
Emily ... (live) in London for since 2010.

Slide 8 - Open vraag


Fill in the Present Perfect:
"..... you ..... (be) in London?"

Slide 9 - Open vraag

Present Simple vs Present Perfect

Slide 10 - Tekstslide

Use the correct form of the verb using present simple or present perfect.
She always _____ (walk) to school.

Slide 11 - Open vraag

Present Simple or Present perfect:
She ___ (see) that film three times already.

Slide 12 - Open vraag

Fill in the present simple or present perfect:
I _________ (not talk) to strangers. Never.

Slide 13 - Open vraag

Fill in the present simple or present perfect: I _________ (not talk) to him since Monday.

Slide 14 - Open vraag

Fill in the present simple or present perfect: Breakfast ________ (be) ready at 8 a.m. every morning

Slide 15 - Open vraag

Unit 2 Lesson 1: Reading
Where? page 56
What? Do exercise  7 & 8 (in book) and 5 & 6 (online)
How? Whispers only
Help? Ask your neighbour or raise your hand.
Finished?
- Read AVLEOS
- Lyricstraining.com
- Work on another subject

timer
7:00

Slide 16 - Tekstslide

Next classes
Friday the 24th of November
Study vocabulary Unit 2: 2.1 & 2.2 EN-NL & NL-EN.
Complete the exercise we did in class:
7 & 8 (in book) and 5 & 6 (online)

Tuesday the 28th of November
Read AVLEOS chapter 27 up to 31.
Fill in the form in Teams. 

Friday the 6th of October
Herhaal alle vocabulary van Unit 1 EN-NL & NL-EN
Herhaal de grammatica van Unit 1 








Slide 17 - Tekstslide