2. Rechtstaat, democratie & dictatuur

POLITIEK
1 / 72
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 72 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

POLITIEK

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvragen 2.1:

  • Wat is een rechtsstaat?
Begrippen:
  • Rechtsstaat
  • Rechtsbescherming
  • Grondwet
  • Recht
  • Plicht

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAT IS EEN RECHTSSTAAT?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

RECHTSSTAAT:
Een land waar de rechten en plichten van de burgers en de overheid zijn vastgelegd.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAT ZIJN DE VIJF KENMERKEN VAN EEN RECHTSSTAAT?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken rechtsstaat: 

1. Er is een grondwet met de belangrijkste rechten en plichten
2. Er zijn grondrechten: zoals persvrijheid en godsdienstvrijheid
3. Er is rechtsbescherming: de overheid moet zich houden aan de wet
4. Er is onafhankelijke rechtelijke macht
5. Er is een eerlijk democratisch gekozen parlement 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rechten en plichten:


Rechten:
wat je mag doen of waar je recht op hebt.

Plichten:

Wat je moet doen. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GEEF EEN VOORBEELD VAN EEN RECHT EN EEN VOORBEELD VAN EEN PLICHT

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belasting betalen:
A
Recht
B
Plicht

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderwijs:
A
Recht
B
Plicht

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bescherming tegen mishandeling en geweld:
A
Recht
B
Plicht

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Nederlandse taal voldoende beheersen.
A
Recht
B
Plicht

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het hebben van een geldig identiteitsbewijs:
A
Recht
B
Plicht

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weten van welk strafbaar feit je wordt verdacht.
A
Recht
B
Plicht

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvragen 2.2:
  • Wat is een parlementaire democratie?
Begrippen:
  • Parlementaire democratie
  • Vrije en geheime verkiezingen
  • Parlement

  • Trias Politica:
    - Wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAT ZIJN DE VIJF KENMERKEN VAN EEN PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Kenmerken parlementaire democratie: 
Er zijn vrije verkiezingen: je mag zelf beslissen op wie je stemt 

Er zijn geheime verkiezingen: je hoeft niet te vertellen op wie je stemt. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Kenmerken parlementaire democratie: 
De politieke macht ligt in ons land bij het het parlement.

Elk voorstel moet door de Eerste en Tweede Kamer worden goedgekeurd. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Parlementaire democratie:
Elk besluit komt democratisch tot stand. Dat wil zeggen met meerderheid van stemmen. 

4. Parlementaire democratie:
Er is een grondwet, waarin rechten en plichten van de overheid geregeld zijn. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trias Politica
(Driemachtenleer)











Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvragen 2.3:
  • Wanneer is een land een dictatuur
Begrippen:
  • Dictatuur
  • Dictator
  • Persvrijheid

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

NOEM EEN AANTAL KENMERKEN VAN EEN DICTATUUR

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dictatuur:

  • de macht is in handen van één persoon of groep
  • meestal geholpen door het leger en geheime politie
  • geen vrijheid van meningsuiting
  • vaak maar één partij
  • geen verkiezingen of onbetrouwbare verkiezingen
  • de inwoners hebben vaak weinig rechten
  • er is vaak terreur (geweld en dreigen met geweld) richting de eigen inwoners

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een persoon of groep is de baas van het land, dit is een...
A
Democratie
B
Dictatuur
C
Rechtstaat
D
Monarchie

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De macht van de overheid is gescheiden in drie delen.
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De inwoners hebben grondrechten.
A
Democratie
B
Dictatuur
C
Beide

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hier worden verkiezingen gehouden
A
Democratie
B
Dictatuur
C
Beide

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten:
STAAt OP HET BORD

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actief kiesrecht:
Het recht om te mogen stemmen
Passief kiesrecht:
het recht om je verkiesbaar te stellen

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actief kiesrecht:
je hebt recht om te stemmen.
Passief kiesrecht
Je kunt je verkiesbaar stellen (stem op mij!)

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evenredig kiesstelsel
Alle uitgebrachte stemmen worden verdeeld over het totale aantal zetels.



Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meerderheidsstelsel:
de winnaar krijgt alle zetels.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meerderheidsstelsel
Een andere vorm van kiesstelsel is het meerderheidsstelsel. In dit stelsel moet een
partij in een gebied een meerderheid behalen om zetels te veroveren. Een partij die
in alle gebieden van een land de meerderheid behaalt, zal volgens dit kiesstelsel alle
zetels veroveren. In landen die een meerderheidsstelsel hebben, bestaan er vaak
maar twee of drie (grote) partijen en heeft na de verkiezingen regelmatig een partij
de meerderheid.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elke politieke partij heeft een verkiezingsprogramma.

De plannen en ideeën van een politieke partij.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijsttrekker
De lijsttrekker is de belangrijkste persoon van een politieke partij in verkiezingstijd. Hij/zij is het gezicht vam de partij.


Slide 40 - Tekstslide

VVD Dilan Yesilgöz
FVD Thierry baudet
Groen-links/PVDA Frans Timmermans
CDA Wopke Hoekstra
Wat zijn zwevende kiezers?

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

peilingen
Een peiling is een voorspelling van de verkiezingsuitslag op dat moment. Oftewel hoeveel zetels zouden alle partijen halen als er nu verkiezingen zouden zijn?

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwevende kiezers
Zwevende kiezers zijn mensen die niet bij elke verkiezing op dezelfde partij stemmen.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling Politieke partijen
Politiek

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken politiek partij
  1. Politieke partijen zijn verenigingen die zich bezighouden met het inrichten van de samenleving.
  2. Politieke partijen doen mee aan verkiezingen.
  3. Politieke partijen formuleren verkiezingsprogramma’s om hun ideeën onder de aandacht van burgers te brengen.
  4. Politieke partijen wegen verschillende belangen tegen elkaar af.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.2 Indeling partijen
Links
Midden
Rechts
De overheid zorgt voor kwetsbare mensen.
Mensen zorgen voor elkaar.
Mensen hebben een eigen verantwoordelijkheid. 
De overheid is actief op zoek hoe kwetsbare mensen geholpen kunnen worden. 
De overheid steunt de hulp aan kwetsbare mensen alleen als dat nodig is. 
De overheid is passief bij het steunen van kwetsbare mensen. Zorgt wel voor veiligheid (bijv. politie) 
SP, DENK, GroenLinks, PvdD, PvdA
D66, CDA, Christenunie
VVD, SGP, FvD, PVV

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HOOFDSTUK 4
Indeling van politieke partijen kan op drie manier: 

1. Progressief of conservatief. 

Progressief: vernieuwend, vooruit denken, verandering.
  • Mensen moeten zelf beslissen of ze drugs gebruiken. 

Conservatief: behoudend, terug naar vroeger. 
  • Homoseksuelen mogen geen kinderen adopteren. 

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.2 Indeling partijen
Links
Midden
Rechts
De overheid zorgt voor kwetsbare mensen.
Mensen zorgen voor elkaar.
Mensen hebben een eigen verantwoordelijkheid. 
De overheid is actief op zoek hoe kwetsbare mensen geholpen kunnen worden. 
De overheid steunt de hulp aan kwetsbare mensen alleen als dat nodig is. 
De overheid is passief bij het steunen van kwetsbare mensen. Zorgt wel voor veiligheid (bijv. politie) 
SP, DENK, GroenLinks, PvdD, PvdA
D66, CDA, Christenunie
VVD, SGP, FvD, PVV

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Liberalisme
  • Vrijheid voor individu
  • Vrijheid voor de economie (bedrijven hebben weinig regels en mogen dus veel zelf bepalen)
  • Particulier initiatief (iedereen mag een bedrijf beginnen)
  • Kleine overheid
  • veiligheid: veel geld naar politie en defensie
Partijen: VVD, PVV, FvD, D66 

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarbij kun je de liberalen het best plaatsen?
A
Politiek links
B
Politiek midden
C
Politiek rechts

Slide 51 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een liberale politieke partij?
A
CDA
B
ChristenUnie
C
SP
D
VVD

Slide 52 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort niet bij het liberalisme?
A
Kleine overheid
B
Harmonie
C
Veel geld naar veiligheid
D
Particulier initiatief

Slide 53 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Sociaal democratie 
  • Gelijkheid en gelijkwaardigheid
  • Opkomen voor de zwakkeren
  • Actieve overheid, want overheid moet zorgen voor gelijkheid  door bijvoorbeeld uitkeringen en hogere belastingen voor rijkere. 
  • Internationale solidariteit
Partijen: PvdA. SP, GroenLinks


Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een belangrijke kenmerk van sociaal-democraten?
A
Kleine overheid
B
Gelijkheid
C
Opkomen voor de rijkeren
D
één belangrijke leider

Slide 55 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke politieke stroming wil dat de overheid een grote rol speelt?
A
Extreem-rechts
B
Christen-democraten
C
Sociaal-democraten
D
Liberalisme

Slide 56 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

PvdA hoort bij welke stroming?
A
Liberalisme
B
Christen-Democraten
C
Sociaal-democraten
D
Extreem-rechts

Slide 57 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Christen-democraten
  • Geloof en bijbel zijn belangrijk
  • Gezin is belangrijk
  • Rentmeesterschap: wij lenen de aarde van god en moeten dus goed voor de aarde zorgen (milieu is dus belangrijk)
  • Naastenliefde
  • Gespreide verantwoordelijkheid: burgers en maatschappelijke instellingen (zoals kerken, scholen) moeten voor elkaar zorgen, als dat niet kan, zorgt de overheid.
Partijen: CDA, ChristenUnie, SGP

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Christen-democratie komt vooral op voor...
A
... gezinnen met kinderen
B
... mensen met weinig geld
C
... werkende burgers
D
... een actieve overheid

Slide 59 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke waarde vinden de christen-democraten belangrijk?
A
Gelijkheid
B
Naastenliefde
C
Vrijheid
D
Duurzaamheid

Slide 60 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De verantwoordelijkheid ligt bij de burgers en organisaties, als dit niet lukt, helpt de overheid.
A
Liberalisme
B
Sociaal-democraten
C
Christen-democraten
D
Extreem-rechts

Slide 61 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsextremisme
  • Een belangrijke leider (centraal leiderschap)
  • Eigen volk eerst (nationalisme)
  • Ongelijkheid met betrekking tot ras, geslacht, afkomst
  •  Geven in tijden van crisis andere groepen de schuld van de crisis

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 63 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen kenmerk van extreem-rechts ?
A
1 leider
B
eigen volk eerst
C
nationalisme
D
iedereen is gelijk

Slide 64 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ecologische stroming
  • Milieu is belangrijk
  • Duurzaam produceren
  • Voorstander van zonne-energie en windenergie

Partijen: PvdD, GroenLinks 

Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een kenmerk van de ecologische stroming is:
A
gelijkheid
B
vrijheid
C
milieubewustzijn
D
solidariteit

Slide 66 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekst.

Welke partij heeft het meest liberale standpunt over het vaderschapsverlof?
A
Partij A
B
Partij B
C
Partij C
D
Partij D

Slide 67 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekst.

Welke politieke stroming past het beste bij de tekst?
A
de christendemocratische stroming
B
de liberale stroming
C
de sociaaldemocratische stroming
D
de rechts-extremistische stroming

Slide 68 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

bedrijven moeten zo min mogelijk last hebben van de overheid, vinden ...
A
de christen-democraten
B
de sociaal-democraten
C
de liberalen
D
alle politieke stromingen

Slide 69 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

sociaal-democraten
liberalen
extreem-rechts
christen-democraten
opkomen voor de zwakkeren
willen minder regels
nationalisme
gespreide verantwoordelijkheid

Slide 70 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze stroming wil een actieve overheid en ongelijkheid tegengaan.
A
Sociaal-democratie
B
Liberalisme
C
Christen-democratie
D
Rechtsextremisme

Slide 71 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We kennen in Nederland verschillende politieke stromingen. Welke partij hoort bij de ecologische stroming?
A
D66
B
PvdA
C
VVD
D
GroenLinks

Slide 72 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies