hst 5 paragraaf 2 "ruiken en proeven"

hst 5.2 "ruiken en proeven"
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

hst 5.2 "ruiken en proeven"

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt de onderdelen van het reukzintuig en het smaakzintuig in een model herkennen en benoemen.
  • Je kunt verwoorden wat de taak van het neusslijmvlies is.
  • Je kunt verwoorden hoe je geuren en smaken waarneemt. (de weg van prikkel tot impuls)
  • Je kunt benoemen wat de smaak umami betekent.
  • Je kunt uitleggen hoe het mogelijk is toch meer dan 5 smaken te kunnen proeven, terwijl er maar zintuigen voor 5 verschillende smaken in de smaakpappillen zitten.
  • Je kunt verwoorden hoe het komt dat je iets wel of niet lekker vindt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Huiswerk controle
Stukje herhaling van vorig paragraaf
Hoe ruik je
Hoe proef je
afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zintuigen heb je?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welk zintuig zit NIET in de huid
A
koude-zintuigen
B
warmte-zintuigen
C
honger-zintuigen
D
pijn-zintuigen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg over de stof. 
zorg ervoor dat je je lesmateriaal open hebt op paragraaf 5.2. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik durf de slakken te proeven.... mmmm lekker!
A
Ja
B
Nee
C
Geef je me 10 euro ervoor?

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ruik je?
  • Geurstoffen
  • Neusholte
  • Neusslijmvlies
  • reukzintuig 

Slide 9 - Tekstslide

Ruiken doe je met het reukzintuig in je neus. In bron 1 zie je het reukzintuig boven in de neusholte liggen. Het reukzintuig is een deel van het neusslijmvlies. Het neusslijmvlies houdt de neusholte vochtig. Met de lucht die je inademt, komen geurstoffen bij het reukzintuig. Het reukzintuig stuurt dan via de reukzenuw berichten naar je hersenen. Die geven aan welke geur het is.

Ruiken is belangrijk. Je kunt bijvoorbeeld ruiken of eten bedorven is. Je neus waarschuwt je ook voor gevaarlijke stoffen, zoals aardgas.

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje
Let goed op want na het filmpje komen er een paar vragen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke 5 smaken kun je proeven...

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar kan geur ook voor zorgen?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor proef je je eten?
Smaakpapillen
Smaakzintuigen
Smaakstoffen
Proeven

Slide 15 - Tekstslide

Op je tong liggen smaakpapillen. Hierin vind je de smaakzintuigen Als je eet komen er smaakstoffen in je mondholte. Hier reageren je smaakzintuigen op en die sturen dan een berichtje naar je hersenen. Als de hersenen het hebben verwerkt kun je het proeven. Je kan 5 smaken proeven, zoet, zout, zuur bitter en Umami. Umami is een hartige stof. Dan 5 smaken dat komt omdat je reukzintuig samen werkt met je smaakzintuig, zo verschilt hagelslag van suiker terwijl ze allebei zoet smaken. 

Als je iets eet kun je veel meer proeven dan 

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer vind je iets lekker. 
  1. Lichtzintuigcellen in je ogen
  2. Koude en warme zintuigcellen 
  3. Je tastzintuigcellen
  4. Eetgewoonten

Slide 17 - Tekstslide

Of je iets lekker vindt, hangt af van de geur en de smaak, maar je gebruikt ook je andere zintuigen.

Je lichtzintuigcellen in de ogen
Met je ogen kijk je of het eten er lekker uitziet. Als je het gerecht van bron 4 krijgt, heb je waarschijnlijk niet zo’n trek.

Je koude- en warmtezintuigen
In je tong, lippen en je mond zitten zintuigjes waarmee je voelt of je eten warm of koud is. Wat heb je liever, koude of warme bami?

Je tastzintuigen
Deze zintuigen zitten ook in je tong, lippen en mond. Je krijgt hiermee een idee over de structuur van je eten: is het koekje zacht of hard? Zit er nog wel prik in de cola?

Bij proeven spelen je eetgewoonten ook een rol. Jij griezelt waarschijnlijk als je een salade met sprinkhanen moet eten, maar in Azië en Zuid-Amerika is dat heel gewoon (bron 5). Verder is ervaring belangrijk. Pas als je de sprinkhanen hebt geproefd, weet je of je ze lust of niet.

Je voorkeur voor voedsel kan veranderen. Veel mensen vinden babyvoedsel vies, maar als baby vonden ze het heerlijk. Kinderen lusten vaak geen koffie. De meeste volwassenen zijn aan de bittere smaak gewend en vinden koffie juist lekker.
Broodje hamburger met insecten?
Ja lekker?
A
Ja
B
Nee
C
Ik wil wel proeven

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het eten van insecten is veel beter voor het milieu dan vlees, vind jij het een goed alternatief?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies