15.4 Populatiedynamiek

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Welkom

Tas van tafel

Laptop pakken & in Lesson-Up

Binas pakken

Welke vier indicatoren bepalen een populatiegrootte

Een natuurbeschermer wil weten hoeveel grutto's er na het broedseizoen in een bepaald weidegebied leven. Hij vangt er twaalf en merkt ze. Daarna laat hij ze weer vrij. Een week later vangt hij weer een aantal grutto's. Dit keer zijn het er vijftien, waarvan er zes gemerkt zijn. Laat door middel van een berekening zien hoe groot hij de populaties grutto's schat.

DOEL

Je kunt veel voorkomende patronen in populatiedynamiek in een gegeven context herkennen en verklaren (predator-prooi dynamiek, S-curve, J-curve)

0

fasen

1. Exponentiele groei (J-curve)
2. Stabilisatie (S-curve)
3. biologisch evenwicht

"verspreid zich in een rap tempo"

Exponentiële groei

Voorwaarde: 
Geen beperkende factoren

Geeft J-curve

Loopt het compleet uit de hand, dan noem je de soort een plaag

Bij een J-curve is er vaak er verassingselement aanwezig

Stabilisatie

Beperkende factoren gaan een rol spelen (Welke?)

Groei stopt als draagkracht is bereikt

Geeft s-curve

Beperkende factoren

• Broedplekken verwijderen
• Inzet natuurlijke vijanden
• Voedsel afschermen (gaas)
• Gif
  

CORONA

Andere landen: J-curve

China: S-curve

(virus is geen organisme)

Reproductiegetal

In oktober was het reproductiegetal 0,85

=

 100 mensen besmetten samen weer 85 nieuwe mensen.

Beredeneer dat een besmettingsgetal onder de 1 nodig is om de epidimie de kop in te drukken.

Welke beperkende factoren zorgen ervoor dat het reproductiegetal zo laag mogelijk blijft?

J-curve loopt over in  S-curve en dan

biologisch evenwicht

fasen

1. Exponentiele groei (J-curve)
2. Stabilisatie (S-curve)
3. biologisch evenwicht

In welke fase zit de menselijke populatie?

Huiswerk

Maken: Basiskennisvragen 15.4
Verwerken leerdoelen LessonUp 15.4 populatiedynamiek