2.2 oplossen met inklemmen Start

Goedendag 2e klassers!
Vandaag ga je aan de slag met paragraaf 2.2
De paragraaf heet "oplossen met inklemmen"




1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goedendag 2e klassers!
Vandaag ga je aan de slag met paragraaf 2.2
De paragraaf heet "oplossen met inklemmen"




Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan bij verschillende sommen de ontbrekende waarde berekenen

Slide 2 - Tekstslide

Even opwarmen:
In totaal zijn er 32 snoepjes. Een vriend pakt er 15 weg, hoeveel snoepjes kun jij nog pakken?
A
15
B
17
C
47
D
22

Slide 3 - Quizvraag

Rekenvolgorde
Vorig jaar heb je geleerd in welke volgorde je sommen moet oplossen.
Je krijgt hier een sleepvraag over.
Je ziet bij de sleepvraag vakjes boven elkaar staan, deze komen dus eigenlijk "tegelijk".

Slide 4 - Tekstslide

Haakjes
wegwerken
+
x
:
-

Slide 5 - Sleepvraag

Top!
Nu we de rekenvolgorde weer weten, kunnen we beginnen aan de opdrachten.

Op de volgende dia kun je zien wat je moet gaan doen en krijg je tips

Slide 6 - Tekstslide

Maak Opdracht 14 op blz. 79
Hieronder vind je voor verschillende soorten sommen een tip. Klik erop om de tip te krijgen.
Plussommen
Op de plek van de hand moet een getal staan.
VB:      4 + ..... = 9
Zie het zo: er liggen 4 snoepjes. Er moeten een aantal snoepjes worden bijgelegd, zodat het totaal op 9 komt.
Er moeten 5 snoepjes worden bijgelegd, dus het getal op de puntjes is 5
Minsommen
Op de plek van de hand moet een getal staan.
VB:      15 - ..... = 8
Zie het zo: in totaal zijn er 15 snoepjes. Iemand heeft een aantal snoepjes weggehaald. Dit is het aantal wat op de puntjes moet staan. Uiteindelijk liggen er nog 8, hoeveel snoepjes zijn dan weggehaald?
Antwoord: er zijn 7 snoepjes weggehaald, want 15 - 7 = 8
Keersommen
Op de plek van de hand moet een getal staan.
VB:      ... x 5 = 20
Zie het zo: er zijn een bepaald aantal groepjes, het aantal staat op de puntjes. Ieder groepje heeft 5 groepsleden en in totaal zijn er 20 personen. Hoeveel groepjes van 5 zijn er nodig om in totaal 20 personen te krijgen?

Antwoord: 4 groepen, dus het getal op de puntjes is 4
Deelsommen
Op de plek van de hand moet een getal staan.
VB:      ... : 5 = 20
Zie het zo: achter het deel teken staat het aantal groepjes, in dit voorbeeld 5. Achter het = teken staat het aantal groepsleden, dus 20.
Op de puntjes staat het totaal aantal personen.
We hebben 5 groepen van 20, dus 20 x 5 = 100.
Ons antwoord is dus 100

Slide 7 - Tekstslide

Maak met je laptop een foto van opdracht 14 als je deze af hebt.

Slide 8 - Open vraag

Even opdracht 14 nakijken

Slide 9 - Tekstslide

Scrabble?
Misschien heb je wel ooit gehoord van Wordfeud, dat spelletje op je telefoon wat alle oude mensen spelen.
Bij dit spel moet je woorden neerleggen, per letter krijg je een bepaald aantal punten.

Je krijgt hier een aantal vragen over.

Slide 10 - Tekstslide

Maak opdracht 16 en 17 op blz. 79
Je kunt deze vragen oplossen door  de waarde letters op te tellen en het van het totaal afhalen.
Opdracht 16: 
1 + 3 + 1 + 1 = 6 punten
12 - 6 = 6 punten
De letter Z is 6 punten waard
Vergeet niet om antwoord te geven op de vraag zoals hierboven

Slide 11 - Tekstslide

Maak een foto van opdracht 16 en 17 op blz. 79 met je laptop

Slide 12 - Open vraag

Kijk opdracht 16 en 17 na

Slide 13 - Tekstslide

Letterwaarde
De letters van scrabble kunnen meer waard worden door de letterwaarde te verhogen. Door de letterwaarde bijv. 2x te maken, wordt de letter 2 x zoveel waard. Een letter van 1 punt wordt dus 2 punten waard, 2 punten wordt 4, 3 punten wordt 6, enz.
Ga aan de slag met de laatste paar opdrachten.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 15, 19, 20 en 21 op blz. 79, 80 en 81.
Als je deze klaar hebt heb je geen huiswerk voor maandag.
Schrijf je berekening op!

Slide 15 - Tekstslide

Maak met je laptop een foto van opdracht 15

Slide 16 - Open vraag

Maak met je laptop een foto van bladzijde 80 en 81

Slide 17 - Open vraag

Ter herinnering
Minouche, Kevin, Tycho, Robin, Melvin en Nikki
Als je het proefwerk van hoofdstuk 1 nog niet hebt gemaakt, kijken we maandag op welk moment we de toets inhalen (het liefst die week nog, begin dus met leren!)

Als je vragen hebt over hoofdstuk 1, stel deze via Teams aan mr. Rijkers.

Slide 18 - Tekstslide

Je bent klaar!
Je hebt de opdrachten klaar om te kunnen starten met inklemmen, hierna volgt nog een vraag. Daarna kun je de lessonup afsluiten en (in stilte) iets voor jezelf gaan doen.

Slide 19 - Tekstslide

Ik weet hoe ik ontbrekende waarde bij verschillende sommen kan berekenen.
A
Zeker!
B
Vind ik nog moeilijk.
C
Geen idee wat ik net heb gedaan, maar ik ben bij de laatste vraag

Slide 20 - Quizvraag