Week 8 - de Deltawerken + formative

• Nederlands
• ISK

de Deltawerken 

les 1

vandaag:

- Feedback geven op dagboekfragmenten

-De Deltawerken: wat weet je al?

- De Deltawerken: filmpjes kijken + notities maken

voorlezen

doelen:

- Je weet wat er al goed gaat bij het schrijven van een dagboekfragment.

- Je weet wat er beter kan bij het schrijven van een dagboekfragment.

- Je kunt meer vertellen over de Deltawerken.

feedback geven op dagboekfragmenten

• Je krijgt een dagboekfragment.
• 10 minuten, geef feedback. Waarop kun je letten?
• Pas je tekst aan en lever 'm vóór de volgende les. Dan krijg je feedback van mij.

Samen een feedbacklijst maken:

- kenmerken dagboekfragment

- werkwoorden in de verleden tijd 

De Deltawerken: wat weet je al?

woordweb maken van voorkennis

De Deltawerken: filmpjes kijken + notities maken

de Deltawerken 

les 2

vandaag:

- Wat weet je nog van de vorige les?

- Vragen beantwoorden over de Deltawerken

doelen:

- Je kunt meer vertellen over de Deltawerken.

Luistertoets

luistertoets: vrijdag 7/6

leren: 

- de aantekeningen in je schrift + moeilijke woorden in je schrift

- De LessonUps die met jullie gedeeld zijn

Wat weet je nog van de vorige les?

vragen

1. Wat was de aanleiding voor de bouw van de Deltawerken?

2. Wanneer begon de bouw van de Deltawerken?

3. Wat doen de Deltawerken?

4. Wanneer was het laatste bouwwerk klaar?

5. Wat is een stormvloedkering? Hoeveel stormvloedkeringen zijn er?

6. Welke soorten waterkeringen hebben we in Nederland?

7. Wat doet het watermanagementcentrum?

8. Sinds wanneer bestaat de Oosterscheldekering?

9. In welke provincie staat de kering?

10. Waarom is het goed dat de kering open is?

11. Wanneer gaat de Oosterscheldekering dicht?

Schrijfopdracht: dagboekfragment

Eisen dagboekfragment?

In groepjes - schrijf een dagboekfragment, alsof je een bouwer van de Oosterscheldekering was. Tekst inleveren aan eind van de les, op papier.

Wat deed je? Wat zag je?

Let op: soms zeg ik een woord dat je in de tekst moet verwerken!

Titel

ik-vorm

persoonlijke ervaring

niet echt een slot

200-250 woorden

in de verleden tijd

woorden:

water

zon

geit

wolk

storm

eng

etc.

let op:

Lever vóór de les van vrijdag dagboekfragment Watersnoodramp in!

de Deltawerken 

les 3

vandaag:

- Creatieve schrijfopdracht

- uitleg formative

- werken aan formative

doelen:

- Je weet wat er beter kan bij het schrijven van een dagboekfragment.

- Je weet wat je moet doen bij de formative.

Creatieve schrijfopdracht

- Je begint met het schrijven van een dagboekfragment

- De docent noemt woorden die je moet verwerken in je tekst

- Voorlezen

woorden:

slapen

klokken luiden

koud

nat

dak

vluchtten

bang

Het schoolreisje

bus

moe

Zeeland

De Deltawerken

water

interessant

huis

feedback geven op dagboekfragment

- Bekijk de tekst van een ander groepje.

- Werk samen in je groepje.

- 10 minuten.

- Geef zoveel mogelijk feedback. Schrijf die op het blaadje.

- Gebruik het feedbackformulier op de volgende slide.

- Na 10 minuten: feedback teruggeven + ruimte voor stellen van vragen.

toetsblaadje uitdelen waarop lln feedback kunnen schrijven

uitleg formative

- Alleen/maximaal groepje van 3

- Kies één van de onderwerpen: regen, de Afsluitdijk, de zeespiegel, dieren in het water in NL, Waddenzee, Watersnoodramp, Deltawerken.

- Jullie maken een tijdschrift over het onderwerp. Op papier/op de computer (uitprinten aan het eind). Je maakt een écht boekje.

Tijdschrift

-  Op a4- of A5 formaat, dubbelzijdig, minimaal 10 pagina's. Maak ook een voorkant.

- Tijdschrift gaat over het onderwerp. Laat zien wat je hebt geleerd. 

- Gebruik in elk geval deze tekstsoorten: gedicht, interview, dagboekfragment, formele brief

- Zet er ook andere dingen in: quiz, puzzels etc. Wees creatief!

- Jullie gaan het tijdschrift presenteren.

- Belangrijk: jullie vertellen wie wat gemaakt heeft!

Verdeel de taken dus goed!

werken aan formative

Geef door aan mij met wie je samenwerkt.

Geef door welk onderwerp je kiest.

Schrijf een zin met ik in de vt

1. lopen

2. worden

3. zijn

4. kijken

5. denken

6. vinden

7. rennen

8. huilen

9. pakken

10. blijven