3.5 en begrippen 3.1-3.4 oefenen

donderdag  18 februari 2020
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

donderdag  18 februari 2020

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les weet ik hoe Rome van een dorpje een wereldrijk werd
Aan het einde van de les weet ik hoe de mensen in Rome leefden
Ik weet hoe er een nieuw geloof ontstond in het Romeinse Rijk
Begrippen quiz over 3.1 t/m 3.4
instructie 3.4
Maken 3.4 opdracht 2 t/m 7
Kan ik antwoord geven op het doel?
Donderdag 12 maart 2020 Toets h3

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
  • De verlosser, wie bedoelen we dan?
  • Het christendom
  • Vervolging als straf van de Romeinen, wie werd er vervolgd
  • Staatsgodsdienst

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen van 3.1 t/m 3.4
Quiz over de begrippen
  • Kolonie
  • Mythe
  • Stadstaat
  • Democratie
  • Directe democratie
  • Indirecte democratie
  • Consuls
  • Germanen
  • Limes
  • Republiek
  • Senaat
  • Christen
  • Paus
  • Staadsgodsdienst

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een kolonie?
A
Grondgebied van een Griekse stadstaat buiten Griekenland
B
Een land dat niet bij Griekenland hoort.
C
Land waar Griekenland handel mee voerde

Slide 5 - Quizvraag

Een mythe is een verhaal over goden, helden en verzonnen wezens
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Wat is democratie?
A
Een manier van besturen waarbij maar 1 iemand de baas is
B
Een manier van besturen waarbij de inwoners veel invloed hebben

Slide 7 - Quizvraag

In Griekenland hadden ze een indirecte democratie
A
Ja, want de mensen stemden op partijen
B
Nee, want je stemde direct op mensen

Slide 8 - Quizvraag

Consuls?
A
Een Grieks gerecht
B
Een belangrijke Romeinse man
C
Leiders van het Romeinse Rijk

Slide 9 - Quizvraag

Was Rome een republiek?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn limes?
A
Romeinse wegen
B
Grens van het Romeinse rijk
C
Een wachttoren

Slide 11 - Quizvraag

Hoe noem je het soort gebouw van hiernaast?
A
Viaduct
B
Aquaduct
C
Brug
D
Waterbrug

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een amfitheater?
A
Een oud gebouw
B
Een rond theater
C
Een arena

Slide 13 - Quizvraag

De leider van de katholieke kerk heet de paus
A
Nee
B
Ja

Slide 14 - Quizvraag

Het christendom werd een staatsgodsdienst in het oude Romeinse Rijk
A
Ja klopt
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Jezus Christus werd ook wel 'de verlosser' genoemd
A
Ja dit is waar
B
Nee dit is niet waar

Slide 16 - Quizvraag

De nieuwe uitleg van 3.5
Wat bleef er over?

Slide 17 - Tekstslide

Het Rijk wordt verdeeld

Het Romeinse rijk werd vanuit het Oosten aangevallen door de Barbaren. De keizers bemoeide zich er niet mee en het Rijk viel uiteen in tweeën. 
  • Oost-Romeinse rijk , Constantinopel als hoofdstad
  • West-Romeinse rijk, Rome als hoofdstad

Slide 18 - Tekstslide

Vlucht voor de barbaren
De barbaren voerden steeds vaker rooftochten uit naar het Romeinse rijk. Ze kwamen makkelijk de grens over, omdat de limes niet goed onderhouden werden.
Limes?
Iedereen was bang voor één volk: De Hunnen.
Iedereen bleef op de vlucht en hierdoor trokken er heel veel volken rond door Europa --> De Grote Volsverhuizing

Slide 19 - Tekstslide

Rome wordt geplunderd

De plunderende volken vielen het Rijk binnen en namen alles van waarde mee.
In 476 na Chr. werd er voor het eerst een niet Romeinse generaal keizer. Het West-Romeinse rijk viel uit een. Het oostelijke rijk bleef nog heel lang bestaan

Slide 20 - Tekstslide

Wat is er overgebleven?

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag deel 1:

Maken opgave 2 t/m 5
WB: blz. 44 en 45
Leesboek: blz. 44 en 45

Klaar --> Laten zien en daarna zelfstandig nakijken




timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
Voor  de volgende les na de vakantie: 
Leren alle begrippen van paragraaf 3.1 t/m paragraaf 3.5

Maken opgave 2 t/m 7
WB: blz. 44 en 45
Leesboek: blz. 44 en 45

Slide 23 - Tekstslide