BS 5 + 6ongeslachtelijke en geslachtelijke voortplanting

Thema 6 Voortplanting bij planten en dieren
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema 6 Voortplanting bij planten en dieren

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Herhaling
B5 en 6 ongeslachtelijke en geslachtelijke voortplanting
opdrachten
huiswerkcheck (B4 opdracht 4-7 of +8)

Slide 2 - Tekstslide

Welke functie heeft vruchtvlees voor een plant?

Slide 3 - Open vraag

3 Stellingen.

I Een kers heeft 1 zaadbeginsel
II een pinda heeft 2 vruchtbeginsels
III Een maiskolf is door meerdere stuifmeelkorrels bevrucht.
Welke beweringen zijn juist?


A
Bewering I en II
B
Bewering II en III
C
Bewering I en III
D
Bewering I, II e III

Slide 4 - Quizvraag

Doen: check je keuze
Stelling I: bekijk opdracht 2 (blz 201)
Stelling II: bekijk afbeelding 6 (blz 200)
Stelling III: afbeelding 3 (blz 195) 

Slide 5 - Tekstslide

3 Stellingen.

I Een kers heeft 1 zaadbeginsel
II een pinda heeft 2 vruchtbeginsels
III Een maiskolf is door meerdere stuifmeelkorrels bevrucht.
Welke beweringen zijn juist?


A
Bewering I en II
B
Bewering II en III
C
Bewering I en III
D
Bewering I, II e III

Slide 6 - Quizvraag

Opdracht
Leg aan elkaar uit wat het verschil is tussen bestuiving en bevruchting. 
Heeft het volgende bloemonderdeel een functie in de bestuiving of bevruchting?
stempel - stijl - meeldraden - zaadbeginsel

Slide 7 - Tekstslide

Celdeling
Kerndeling
celdeling
plasmagroei
dochtercel
moedercel

Slide 8 - Sleepvraag

KLEPPEN DICHT!!!!
  • (van je computer)

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
vragen over huiswerk BS 4/5?
Huiswerkcheck
Bespreken B4 opdracht 8 blz 202/203
Huiswerk 6 juni: B5 inzicht, B6 kennis/inzicht + B7 1 t/m 3

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
  •  wat geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting is
  •  wanneer nakomelingen dezelfde of juist niet dezelfde erfelijke eigenschappen hebben als de ouder
  • je kunt voorbeelden geven van ongeslachtelijke voortplanting

Begrippen:
geslachtelijke voortplanting/ongeslachtelijke voortplanting
knol/knop/bol/rok
uitloper/wortelstok

Slide 11 - Tekstslide

Aantekening:

Slide 12 - Tekstslide

geslachtelijke voortplanting

bevruchting: versmelting  zaadcel (kern van stuifmeelkorrel) en  eicel (kern van zaadbeginsel)


erfelijk materiaal nieuwe plant niet identiek aan ouderplant
ongeslachtelijke voortplanting

geen bevruchting
nieuwe plant ontstaat uit deel ouderplant, gevolgd door celdeling

erfelijk materiaal nieuwe plant is identiek aan de ouderplant

Slide 13 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 14 - Tekstslide

Bollen, knoppen, wortelstokken
Knol: ondergrondse verdikte stengel. En knol heeft knoppen (ogen) hieruit groeien nieuwe knollen
Bol: wortel+ bolschijf =verdikte stengel + rokken =verdikte bladeren met reservevoedsel (rokken). Uit 1 knop ontstaat een plant uit de andere knoppen ontstaan nieuwe bollen
uitlopers: bovengrondse stengels waaraan een nieuwe plant ontstaat
wortelstok: ondergrondse stengel waaraan jonge planten ontstaat


Slide 15 - Tekstslide

Wat is knoflook?
A
een wortelstok
B
Een bol
C
een uitloper
D
Een knol

Slide 16 - Quizvraag

Een knol is een :
A
korte stengel met rokken
B
verdikte wortel met rokken
C
verdikte ondergrondse stengel
D
een knop met ogen

Slide 17 - Quizvraag

STEKKEN

Slide 18 - Tekstslide

ongeslachtelijke voortplanting bij dieren

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Weefselkweek 

Slide 21 - Tekstslide

Maak B5 opdracht 8 en 9 

Slide 22 - Tekstslide

Bijen
Waarom is het belangrijk voor fruittelers om rommelhoekjes in hun boomgaard te hebben?
Waar moet de fruitteler op letten bij de keuze voor de juiste planten  in deze rommelhoekjes?

Slide 23 - Tekstslide

Programma
Herhaling
bespreken opdracht 8
Uitleg B 5 en B6
Quizlet en begrippenoefening

Slide 24 - Tekstslide

Wortel
Bol
Knol
Bol
Knol
Zaden
Zaden

Slide 25 - Sleepvraag

Wat is het verschil tussen uitlopers en wortelstokken?
A
Uitlopers zijn bovengronds en wortelstokken ondergronds.
B
Uitlopers zijn ondergronds en wortelstokken bovengronds
C
Uitlopers zijn wortels en wortelstokken niet.
D
Uitlopers zijn stengels en wortelstokken niet.

Slide 26 - Quizvraag

Na de celdeling (bij de mens) hebben de dochtercellen elk ...... chromosomen?
A
23
B
46
C
92
D
Dat kun je niet zeggen

Slide 27 - Quizvraag

Thema 7 bespreken
huiswerk B4 vraag 8+
Huiswerk B5 vraag 9

Slide 28 - Tekstslide

B6 Geslachtelijke voortplanting

Slide 29 - Tekstslide

Celdeling en bevruchting
Celdeling: moedercel (46 chromosomen) -> dochtercel (46)+ dochtercel (46)

Slide 30 - Tekstslide

Celdeling en bevruchting
Celdeling: moedercel (46 chromosomen) -> dochtercel (46)+ dochtercel  (46)

Slide 31 - Tekstslide

Meiose + bevruchting

Slide 32 - Tekstslide

Aantekening
Meiose= vorming van geslachtscellen

Na meiose bevatten de geslachtcellen (eicellen en zaadcellen) de helft van het aantal chromosomen
Na bevruchting heeft de nakomeling (baby) de helft van de erfelijke eigenschappen van de vader en de helft van de moeder

Slide 33 - Tekstslide

Ongeslachtelijk
Geslachtelijk
Meiose

Slide 34 - Tekstslide

Uitwendige en inwendige bevruchting
  • Uitwendige bevruchting 
  • Inwendige bevruchting  

Slide 35 - Tekstslide

wind
dieren
plant zelf

Slide 36 - Sleepvraag

Huiswerk
B6 inzicht 4-9
B7 1,2,3

Huiswerk check: B4 inzichtsvragen of +8, B5 en B6

Slide 37 - Tekstslide

Voorbeeld VWO vragen toets

Slide 38 - Tekstslide

Opdracht 20 minuten
begrippenlijst bestuderen
Quizlet
pictionary

Slide 39 - Tekstslide