13-1 Blok 4 Zelf werken & herhaling

Welkom bij Nederlands!

Pak je pen, boek, map & schrift.

Oortjes & telefoon bij de coach.

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!

Pak je pen, boek, map & schrift.

Oortjes & telefoon bij de coach.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Info
  • Zelf werken
  • Quiz
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide



Info
Vandaag werk je verder waar je was gebleven. De laatste 15 minuten gaan we verder met de quiz.
Voor de rust helpt het als je de microfoon alleen aan hebt staan als je een vraag hebt.
Vragen?


Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les..
- ...heb je je werk voor deze week af.
- ...zijn je vragen over Nederlands nu beantwoord.
   

Slide 4 - Tekstslide

Grammatica

Slide 5 - Tekstslide


Jongens kunnen harder lopen dan meisjes.
A
Deze zin heeft een werkwoordelijk gezegde.
B
Deze zin heeft een naamwoordelijk gezegde.

Slide 6 - Quizvraag

Een naamwoordelijk gezegde heeft altijd een lijdend voorwerp.
Juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het naamwoordelijk gezegde in de volgende zin:
De afwas blijft vervelend.
A
Blijft
B
afwas blijft
C
afwas blijft vervelend
D
Blijft vervelend

Slide 8 - Quizvraag

Spelling

Slide 9 - Tekstslide

station+plein
A
stationplein
B
stationsplein

Slide 10 - Quizvraag

mening+verschil
A
meningverschil
B
meningsverschil

Slide 11 - Quizvraag

meisje+fiets
A
meisjefiets
B
meisjesfiets

Slide 12 - Quizvraag

zaak+man
A
zaakman
B
zakeman
C
zakenman

Slide 13 - Quizvraag

kat+bak
A
katbak
B
kattebak
C
kattenbak
D
kattensbak

Slide 14 - Quizvraag

Seconde+wijzer

Slide 15 - Open vraag

Bejaarde+flat

Slide 16 - Open vraag

tarwe+bloem

Slide 17 - Open vraag

Over taal

Slide 18 - Tekstslide

Wat eet jij liever?
A
Oudekaassoep
B
Oude kaassoep

Slide 19 - Quizvraag

Wat eet jij liever?
A
Blauwekaassaus
B
Blauwe kaassaus

Slide 20 - Quizvraag

Wat ben jij liever?
A
Geletruidrager
B
Gele truidrager

Slide 21 - Quizvraag

Wat ben jij liever?
A
Goudenmedaillewinnaar
B
Gouden medaillewinnaar

Slide 22 - Quizvraag

Wat ben jij liever?
A
terrorist
B
vrijheidsstrijder

Slide 23 - Quizvraag

Wat heb jij liever?
A
een bodemloze put
B
een oneindige hoeveelheid

Slide 24 - Quizvraag

Lezen

Slide 25 - Tekstslide

Welk signaalwoord past bij het tekstverband Voorbeeld?
A
als
B
verder
C
ook
D
enerzijds

Slide 26 - Quizvraag

Welk signaalwoord past bij het verband Tegenstelling?
A
als
B
dus
C
ook
D
maar

Slide 27 - Quizvraag

Welk signaalwoord past bij het tekstverband Opsomming?
A
anderzijds
B
daarnaast
C
daarmee
D
maar

Slide 28 - Quizvraag

Wat is een verbindingsmanier tussen alinea's?
A
Gebruik van signaalwoorden
B
Overgangszinnen met een verwijzing
C
Herhaling
D
Aankondigende zinnen

Slide 29 - Quizvraag

De muziek van Michael Jackson wordt nu in de ban gedaan. Drake schrapt bijvoorbeeld de nummers van MJ uit zijn Europese optredens.

Welke verbindingsmanier zie je hier?
A
Herhaling
B
Signaalwoord
C
Overgangszin met verwijswoord
D
Aankondigende zin

Slide 30 - Quizvraag

De aanslagen in Nieuw-Zeeland kostten vijftig mensen het leven. Hiermee is het de bloedigste aanslag ooit in het land.

Welke verbindingsmanier staat hier?
A
Overgangszin met verwijswoord
B
Aankondigende zin
C
Herhaling
D
Signaalwoord

Slide 31 - Quizvraag



Aan de slag!
Ga lekker zelf verder werken.
Vragen? Ik hoor het graag!

Succes! :-)
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 32 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les..
- ...kun je uitleggen wat het naamwoordelijk gezegde is.
- ...kun je alle delen van het naamwoordelijk gezegde noemen.
- ...kun je tussenletters en het weglatingsstreepje juist gebruiken.
- ...ken je de woordjes van Over taal een beetje beter.
- ...ken je de verschillende alineaverbanden, signaalwoorden en verbindingsmanieren.
   

Slide 33 - Tekstslide