4T H8 1 t/m 9

4T H8 1 t/m 9
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

4T H8 1 t/m 9

Slide 1 - Tekstslide

H8 Ruimte meetkunde 1 t/m 9

A Namen van ruimtefiguren

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn ruimtefiguren?
A
Balk, prisma, driehoek
B
Cilinder, Piramide, Bal
C
Bol, parallellogram, kubus
D
Kubus, prisma, bol

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de naam van de ruimtefiguur
hiernaast?
Gebruik geen spaties in je antwoord.

Slide 4 - Open vraag

Wat is de naam van de ruimtefiguur
hiernaast?

Slide 5 - Open vraag

H8 Ruimte meetkunde 1 t/m 9

B Uitslagen

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel hoekpunten heeft een balk?
Geef een getal.
Gebruik geen spaties in je antwoord.

Slide 7 - Open vraag

Hiernaast zie je uitslagen van
ruimtefiguren.
Welke uitslag hoort bij een
prisma?
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 8 - Quizvraag

Hiernaast zie je de uitslag van een
ruimtefiguur.
Van welke ruimtefiguur is de uitslag?
Gebruik geen spaties in je antwoord.

Slide 9 - Open vraag

H8 Ruimte meetkunde 1 t/m 9

C Aanzichten

Slide 10 - Tekstslide

Theorie Aanzichten 1-2

Slide 11 - Tekstslide

Theorie Aanzichten2-2

Slide 12 - Tekstslide

Welke letter hoort bij het grondvlak van
de prisma?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 13 - Quizvraag

De prisma hiernaast heeft als grondvlak
een gelijkzijdige driehoek met zijden van 
3 cm.
Teken in je schrift het vooraanzicht van het prisma op ware grootte.
Steek je schrift in de lucht wanneer je klaar bent.
timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

H8 Ruimte meetkunde 1 t/m 9

D Perspectief

Slide 15 - Tekstslide

Perspectief 1-3

Slide 16 - Tekstslide

Perspectief 2-3

Slide 17 - Tekstslide

Perspectief 3-3

Slide 18 - Tekstslide

Perspectief 3-3
Perspectiefregel 1
Evenwijdige lijnen die van je af lopen snijden elkaar in het verdwijnpunt op de horizon.
Perspectiefregel 2
Verticale lijnen zijn ook in de tekening verticaal.
Perspectiefregel 3
De horizon is op ooghoogte, dus op ongeveer 1,50 m hoogte.
Perspectiefregel 4
In een perspectieftekening mag je alleen verticale afstanden meten.

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld Hoogte berekenen in perspectief 1-3
Bereken de hoogte van het huis.

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld Hoogte berekenen in perspectief 2-3
Bereken de hoogte van het huis.

Aanpak
De ooghoogte is op ongeveer 1,50 m.
Van de onderkant van het huis naar de horizon is 4 mm. 
Van de onderkant van het huis naar de punt van het huis 
is 24 mm.
24 : 4 = 6, dus de hoogte van het huis is 6 keer ooghoogte.

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld Hoogte berekenen in perspectief 3-3
Bereken de hoogte van het huis.

Uitwerking

24:4 = 6, dus de hoogte van het huis is 6 keer ooghoogte.
Het huis is ongeveer 6 x 1 ,50 = 9 m hoog.


Slide 22 - Tekstslide

Bereken de hoogte van de lantaarnpaal
in meters.

Vul alleen een getal in.
Gebruik geen spaties.

Slide 23 - Open vraag

H8 Ruimte meetkunde 1 t/m 9

E Kubussen en balken tekenen

Slide 24 - Tekstslide

Kubussen en balken tekenen
Bij tekeningen van ruimtelijke figuren kloppen de afmetingen niet met de werkelijkheid. Ribben die naar achter lopen zijn korter getekend. Voor het maken van een tekening van een kubus of balk op roosterpapier bestaan afspraken. In het voorbeeld vind je die afspraken.


Slide 25 - Tekstslide

Kubussen en balken tekenen
Teken een balk ABCD EFGH met AB = 3 cm.
BC = 8 cm en CG = 2 cm.

Slide 26 - Tekstslide

Kubussen en balken tekenen

Slide 27 - Tekstslide

Kubussen en balken tekenen

Slide 28 - Tekstslide

Kubussen en balken tekenen

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht Balk tekenen
Teken balk PQRS TUVW met PQ = 5 cm, QR = 4 cm en PT= 3 cm.


Slide 30 - Tekstslide

Uitwerkingen Balk tekenen

Slide 31 - Tekstslide

H8 Ruimte meetkunde 1 t/m 9

F Oppervlakte ruimtefiguren

Slide 32 - Tekstslide