Woordenboekspel + nakijken woordenschat H2

Planning vandaag:
10 minuten in stilte lezen
Nakijken woordenschat H2
Woordenboekspel
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Planning vandaag:
10 minuten in stilte lezen
Nakijken woordenschat H2
Woordenboekspel

Slide 1 - Tekstslide

Bespreken opdr. 3
  1. legendarisch = zo beroemd dat er nog steeds over gesproken wordt.
  2. toenmalige = in die tijd
  3. doubleerde = bleef zitten
  4. debuut = eerste optreden
  5. journalisten = verslaggevers

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken opdr. 3
  1. voormalige = vroegere
  2. capaciteiten = bekwaamheden
  3. behendig = handig
  4. markante = opmerkelijke
  5. quotes = uitspraken

Slide 3 - Tekstslide

opdr. 3
Definitie Cruijffiaans:

Het unieke, opmerkelijke taalgebruik van Johan Cruijff met markante, vaak onnavolgbare uitspraken. 

Slide 4 - Tekstslide

bespreken opdr. 4
a. de gedoodverfde winnaar = de favoriet
b. goede wijn behoeft geen krans = goede waar (of personen) hoef je niet aan te prijzen
c. de kroon spannen = alles overtreffen
d. een nieuwe ster aan het firmament = iemand die plotseling veel succes heeft
e. onbekend maakt onbemind = iets wat je niet kent, waardeer je niet

Slide 5 - Tekstslide

opdr. 4
f. de puntjes op de i zetten = iets helemaal 'af' maken; de laatste foutjes verbeteren
g. de/het spits afbijten = als eerste ergens aan beginnen
h. de ster van het veld zijn = de beste speler zijn
i. de sterren van de hemel spelen = voortreffelijk presteren
j. iets voor het voetlicht brengen = de openbare aandacht op iets vestigen

Slide 6 - Tekstslide

bespreken opdr. 5
  1. check
  2. dit is het laatste woord wat je op deze pagina kunt vinden > het gidswoord
  3. onder het trefwoord 'berg'
  4. mooie, bedrieglijke beloften doen
  5. 1. het te hulp roepen; 2. werkkring, ambacht; 3. het zich wenden tot een hogere rechtbank om herziening van een vonnis  

Slide 7 - Tekstslide

bespreken opdr. 5
  1. op de plaats van het tilde moet het trefwoord worden ingevuld.
  2.  bijvoorbeeld: stelen, stellen, stelling, stelt, stem, stemcomputer, stemhokje, stempel, stemrecht, stencil, stengel, step

Slide 8 - Tekstslide

Woordenboekspel
Zie voor de uitleg blz. 57 uit je boek. 

Slide 9 - Tekstslide

Het woordenboekspel
- Vorm groepen van zes of zeven leerlingen. Per groep is een woordenboek nodig, een stapel papiertjes en voor elke deelnemer een pen. Om de beurt is een van de groepsleden spelleider. Als iedereen spelleider is geweest, is het spel afgelopen.
- Speel het spel:
De spelleider kiest een woord uit het woordenboek dat geen van de deelnemers kent.

Slide 10 - Tekstslide

Alle spelers schrijven een door hen bedachte omschrijving of definitie van het woord op een briefje, die past bij het woord en die klinkt als een woordenboekomschrijving; de spelleider neemt de betekenis uit het woordenboek op een briefje over.

Slide 11 - Tekstslide

Alle briefjes worden ingeleverd bij de spelleider. Deze leest in willekeurige volgorde alle omschrijvingen voor. Daarna leest hij ze nogmaals voor. Vervolgens kiest elke speler welke omschrijving volgens hem of haar de juiste is.

Slide 12 - Tekstslide

Spelers die in een beurt voor de juiste definitie kiezen, krijgen hiervoor een punt. Als iemand kiest voor een verzonnen definitie, dan gaat het punt naar degene die de definitie verzonnen heeft. De spelleider krijgt geen punten.

Slide 13 - Tekstslide

Als alle groepsleden een keer spelleider zijn geweest, worden alle punten opgeteld. De speler met de meeste punten heeft gewonnen.

Slide 14 - Tekstslide