4.5 Verzekeren, hoe dan?

4.5 Verzekeren, hoe dan? 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.5 Verzekeren, hoe dan? 

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij verzekeringen?

Slide 2 - Woordweb

RISICO'S
- Materiële schade
- niet materiële schade


- financiële gevolgen -->
 verzekering 

Slide 3 - Tekstslide

Polis
Polisvoorwaarden:
= het bewijs van de verzekering
hierin staan de rechten en plichten van de verzekerde en de verzekeraar

uitsluiting: Een schade die volgens de polisvoorwaarden niet in aanmerking komt voor een vergoeding.

Slide 4 - Tekstslide

Verzekeringspremie
De prijs die je betaalt voor een verzekering (inclusief poliskosten & 21% assurantiebelasting).

 De premie wordt bij sommige verzekeringen uitgedrukt in een promillage van het verzekerde bedrag. Een promille (‰) is een duizendste.



Slide 5 - Tekstslide

Eigen risico
Een deel van de schade dat niet vergoed wordt door de verzekeraar, maar dat de verzekerde zelf betaalt.

Met een eigen risico betaal je minder premie dan bij een verzekering zonder eigen risico.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld rekenen met eigen risico.

Piet heeft zijn scooter verzekerd bij ANWB voor een bedrag van maximaal €  3.500. Zijn eigen risico bedraagt € 200.

Jan krijgt een ongeluk met zijn scooter. Het schadebedrag is 

€ 1.500. Hoeveel krijgt  Piet uitgekeerd van zijn verzekering?



€ 1.500 schade MIN € 200,- eigen risico = € 1.300

Slide 7 - Tekstslide

Reken met eigen risico
Verzekerd bedrag
Eigen Risico
 schade
uitkeren
3.500
450
1.525
4.000
350
2175
1.200
250
1250
1525-450=1075
2.175- 350 = 2.875
Je hebt maar verzekerd € 1.200
Uitkering is € 1.200 - € 250 = € 950
timer
2:00

Slide 8 - Tekstslide

De btw bij verzekeren heet ....
A
gewoon btw
B
assurantiebelasting
C
er is geen belasting op verzekeringen
D
omzetbelasting

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een polis?
A
Hierin staan de voorwaarden voor je verzekering
B
Een bedrijf die verzekeringen verkoopt.
C
Een bedrag dat je per maand moet betalen om verzekerd te zijn
D
Een bewijs dat je verzekerd bent

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een verzekeringspremie?
A
Hierin staan de voorwaarden voor je verzekering
B
Een bedrijf die verzekeringen verkoopt.
C
De premie die je betaalt voor het sluiten van een verzekering
D
Een bewijs dat je verzekerd bent

Slide 11 - Quizvraag

Wie betaalt het eigen risico?
A
de verzekeraar
B
de verzekerde

Slide 12 - Quizvraag