FICTIE termen

SE FICTIE
In deze LessonUp vind je verschillende filmpjes over de literaire begrippen die je gaat beschrijven. 



Veel succes!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

SE FICTIE
In deze LessonUp vind je verschillende filmpjes over de literaire begrippen die je gaat beschrijven. 



Veel succes!

Slide 1 - Tekstslide

Literaire begrippen 

Onderdeel 1 - Je mening geven     (3 beoordelingswoorden)

Bekijk het filmpje over beoordelingswoorden (volgende slide) 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Literaire begrippen 
Onderdeel 2 - Personages
    
Je leert de personen in verhalen op de volgende manier kennen:
1. door wat ze doen en zeggen,
2. door hun reacties in moeilijke situaties en op anderen,
3. door wat ze denken, voelen, willen, moeilijk vinden,
4. door wat andere personen over hen denken of zeggen,
5. door wat de verteller over hen zegt,

Slide 4 - Tekstslide

Literaire begrippen 
Hoofdpersoon beschrijven

Maak van je beschrijving(en) gebruik van de punten 
- innerlijk 
- uiterlijk 
- Leeftijd, familie, school, hobby’s, andere opvallende, belangrijke zaken
- De ontwikkeling van de hoofdpersoon in het verhaal
- Is de hoofdpersoon realistisch en kon je je inleven?
 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Literaire begrippen 
Onderdeel 3 - Titelverklaring en auteur

  Vermeld een aantal bijzonderheden over de schrijver. 
 Waarom heeft de schrijver volgens jou deze titel gekozen voor het boek?


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Literaire begrippen 
Onderdeel 4 - Tijd

Waar en wanneer speelt het verhaal zich af? Geef voorbeelden waaraan je dit ziet? Is het verhaal chronologisch verteld of zijn  er flashbacks?  



Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Literaire begrippen 
Onderdeel 4 - Ruimte

Wat kan je vertellen over de ruimte?




Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Literaire begrippen 
Onderdeel 4 - Spanning

Wat zorgt ervoor dat je wel/niet blijft doorlezen? 


Bekijk het filmpje over spanning (volgende slide) 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Literaire begrippen 
Onderdeel 4 - Vertelperspectief

Er zijn verschillende manieren om een verhaal te vertellen. 

Bekijk het filmpje over Vertelperspectief  (volgende slide) 

Slide 15 - Tekstslide

Een ik-figuur (eerste persoon). Die dan ofwel het verhaal beleeft ofwel erop terugkijkt en dus al meer weet over de afloop.
Een hij-/zij-figuur (derde persoon). Die dan ofwel het verhaal beleeft (personele verteller) ofwel erboven staat en zelf geen deel uitmaakt van het verhaal (alwetende verteller)
Meerdere vertellers (Meervoudig perspectief). Waarbij je als lezer de gedachten en ervaringen van meerdere personenvervoer meekrijgt en daardoor een veel genuanceerder, rijker beeld van het verhaal krijgt. Dit is het perspectief dat Alexandra en Victoria kozen voor Te koop
Een ik-figuur (eerste persoon). Die dan ofwel het verhaal beleeft ofwel erop terugkijkt en dus al meer weet over de afloop.

Een hij-/zij-figuur (derde persoon). Die dan ofwel het verhaal beleeft (personele verteller) ofwel erboven staat en zelf geen deel uitmaakt van het verhaal (alwetende verteller)
 
Meerdere vertellers (Meervoudig perspectief). Waarbij je als lezer de gedachten en ervaringen van meerdere personenvervoer meekrijgt en daardoor een veel genuanceerder, rijker beeld van het verhaal krijgt. Dit is het perspectief dat Mel Wallis de Vries koos voor haar boeken: Vlucht, Vals, Pijn....

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

De volgende onderdelen van fictie ken je nu:
  1. je mening geven (beoordelingswoorden)
  2.  personages
  3. titelverklaring
  4. auteur
  5. tijd
  6. ruimte
  7. vertelperspectief

Slide 18 - Tekstslide

Vragen?

Slide 19 - Tekstslide