Objectief en subjectief

Objectief en subjectief

Aan het einde van de les weet iedereen
het verschil tussen objectief en subjectief.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Objectief en subjectief

Aan het einde van de les weet iedereen
het verschil tussen objectief en subjectief.

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent objectief en subjectief?

Slide 2 - Woordweb

Objectief en subjectief

Objectief waarnemen:
Feiten


Subjectief:
Mening /waarde geven aan 

Slide 3 - Tekstslide

Objectief
Wanneer ben je objectief?:
- Omschrijf de feiten
- Geen mening geven aan de situatie
- Objectieve observaties lijken ook op elkaar. Het is namelijk alleen wat je ziet.

Slide 4 - Tekstslide

Subjectief

Wanneer ben je subjectief?:
- Bij het bekijken van een situatie/plaatje geef je jouw mening.
- Je omschrijft de situatie vanuit jouw mening en gevoelens.
- Subjectief kan van elkaar verschillen iedereen heeft namelijk zijn eigen mening en gevoelens bij een bepaalde situatie.

Slide 5 - Tekstslide

Er is ingebroken in een huis aan de Aalsterweg.
Objectief
Subjectief

Slide 6 - Poll

In een subjectieve tekst staan alleen meningen.
Juist
Onjuist

Slide 7 - Poll

In een objectieve tekst staan alleen feiten.
Juist
Onjuist

Slide 8 - Poll

Op maandagochtend 23 januari is mijn fiets gestolen. Ik ben toen gelijk naar het politiebureau gegaan en toen heb ik aangifte gedaan.
Objectief
Subjectief

Slide 9 - Poll

Ik vond het heel jammer dat ze niks met mijn aangifte konden doen. Ik was erg verdrietig.
Juist
Onjuist

Slide 10 - Poll

De politieagent was erg lief en is met mij mee naar buiten gelopen. Daarna wenste hij mij een fijne dag. Ook dat vond ik erg attent van hem.
Objectief
Subjectief

Slide 11 - Poll

Om 12 uur is er een inbraak gepleegd .
Objectief
Subjectief

Slide 12 - Poll

Het is het mooiste huis van de straat.
Objectief
Subjectief

Slide 13 - Poll

De bewoners waren niet thuis op het moment van de inbraak.
Objectief
Subjectief

Slide 14 - Poll