Objectief en subjectief

Theorieles
1. Verbaal / non-verbaal 

2. Open en gesloten vragen 

3. Objectief en subjectief 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Theorieles
1. Verbaal / non-verbaal 

2. Open en gesloten vragen 

3. Objectief en subjectief 

Slide 1 - Tekstslide

Theorieles
1. Aantekeningen maken 

2. Af laten tekenen bij docent 

Slide 2 - Tekstslide

Verbaal / non-verbaal
Verbaal = jezelf uitdrukken door middel van TAAL = woorden

Non-verbaal = jezelf uitdrukken door middel van gezichtsuitdrukkingen en gebaren = zonder woorden

Let goed op non-verbale signalen! 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Open en gesloten vragen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Objectief en subjectief

Aan het einde van de les weet de leerling:
- Het verschil tussen objectief en subjectief.

Slide 7 - Tekstslide

Objectief
Wanneer ben je objectief?:
- Omschrijf de feiten
- Geen mening geven aan de situatie
- Objectieve observaties lijken ook op elkaar. Het is namelijk alleen wat je ziet.

Slide 8 - Tekstslide

Subjectief

Wanneer ben je subjectief?:
- Bij het bekijken van een situatie/plaatje geef je jouw mening.
- Je omschrijft de situatie vanuit jouw mening en gevoelens.
- Subjectief kan van elkaar verschillen iedereen heeft namelijk zijn eigen mening en gevoelens bij een bepaalde situatie.

Slide 9 - Tekstslide

Oefening: objectief
- Schrijf op wat je ziet.
- Overleg dit samen met iemand die naast je zit.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Oefening:subjectief
- Schrijf je mening/gevoelens over dit plaatje op.
- Overleg dit samen met iemand die naast je zit.

Slide 12 - Tekstslide

In een subjectieve tekst staan alleen meningen.
Juist
Onjuist

Slide 13 - Poll

In een objectieve tekst staan alleen feiten.
Juist
Onjuist

Slide 14 - Poll

Op maandagochtend 23 januari is mijn fiets gestolen. Ik ben toen gelijk naar het politiebureau gegaan en toen heb ik aangifte gedaan.
Objectief
Subjectief

Slide 15 - Poll

Ik vond het heel jammer dat ze niks met mijn aangifte konden doen. Ik was erg verdrietig.
Juist
Onjuist

Slide 16 - Poll

De politieagent vertelde mij dat ze nooit iets met gestolen fietsen doen.
Objectief
Subjectief

Slide 17 - Poll

De politieagent was erg lief en is met mij mee naar buiten gelopen. Daarna wenste hij mij een fijne dag. Ook dat vond ik erg attent van hem.
Objectief
Subjectief

Slide 18 - Poll

Herhaling
Is het verschil tussen objectief en subjectief duidelijker?

Nog een oefening.

Slide 19 - Tekstslide

Om 12 uur is er een inbraak gepleegd .
Objectief
Subjectief

Slide 20 - Poll

Er is ingebroken in een huis aan de Aalsterweg.
Objectief
Subjectief

Slide 21 - Poll

Het is het mooiste huis van de straat.
Objectief
Subjectief

Slide 22 - Poll

De bewoners waren niet thuis op het moment van de inbraak.
Objectief
Subjectief

Slide 23 - Poll

Op de achterdeur zijn inbraaksporen zichtbaar.
Objectief
Subjectief

Slide 24 - Poll

De jongens van de buurt hebben de inbraak waarschijnlijk gepleegd, want zij zijn altijd uit op rottigheid.
Objectief
Subjectief

Slide 25 - Poll

Oefenen met examenopdracht

Slide 26 - Tekstslide

Dus, wat is het verschil tussen objectief en subjectief?

Slide 27 - Open vraag