haben & sein & werden

     Grammatik: haben sein & werden
 Übungen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

     Grammatik: haben sein & werden
 Übungen

Slide 1 - Tekstslide

IDEWIS
Wat is de volgorde van de persoonlijke voornaamwoorden?
Gebruik het woord "IDEWIS" als ezelsbruggetje.
I = ich (ik)
D = du (jij)
E = er/sie/es (hij/zij/het)
W = wir (wij)
I = ihr (jullie)
S = Sie/sie (U/zij)

Slide 2 - Tekstslide

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij
zij e.v.
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie e.v
Sie
sie

Slide 3 - Sleepvraag

het werkwoord haben
ich
du
e/s/e
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 4 - Sleepvraag

het werkwoord sein
ich
du
e/s/e
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 5 - Sleepvraag

het werkwoord werden
ich
du
e/s/e
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden

Slide 6 - Sleepvraag

haben / sein / werden ????
Vergiss nicht, zu konjugieren (vervoegen) !!!!

Slide 7 - Tekstslide

............... du Zeit für mich? (haben)

Slide 8 - Open vraag

Ich ------ heute viel zu tun. (haben)

Slide 9 - Open vraag

.................. du müde? (sein)

Slide 10 - Open vraag

Im November ------- ich vierzehn Jahre alt (werden).

Slide 11 - Open vraag

.............. Sie schon wieder krank? (sein)

Slide 12 - Open vraag

Wir ............... unseren Eltern eine Karte geschrieben. (haben)

Slide 13 - Open vraag

Ich ........ jetzt vierzehn Jahre alt (sein)

Slide 14 - Open vraag

Mein Bruder ----- Arzt. (werden)

Slide 15 - Open vraag

Johann, wo...............du? (sein)

Slide 16 - Open vraag

.............. ihr froh, dass der Urlaub beginnt? (sein)

Slide 17 - Open vraag

Er ........... seine Oma schon lange nicht mehr gesehen. (haben)

Slide 18 - Open vraag

Es hat geregnet. Die Straße ........ nass. (sein)

Slide 19 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van haben?
A
gehaben
B
gehat
C
gehabt
D
gehabe

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord
van sein?
A
geseind
B
gewesen
C
gewest
D
gesind

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord
van werden?
A
gewerden
B
gewird
C
geworden
D
gewerdet

Slide 22 - Quizvraag