Als pedagogisch werker ben je een onderdeel van de organisatie
Kleinschalige instellingen: 1 groep/ 1 collega
Grote organisaties met meerdere locaties
Heel team van collega’s
Locatie-managers
Kwaliteitsfunctionaris
Slide 4 - Tekstslide
Veel collega's
Pedagogisch werkers met niveau 3/4, HBO en universiteit
N3: begeleidende taken/verzorgende taken
N4: kinderen met zorgvraag en organiserende taken (begeleiden van nieuwe collega's, jaarplanning maken, meeschrijven aan het pedagogisch beleidsplan)
IKC/BREDE SCHOOL : multifunctioneel, opvang, school, verlengde schooldag
Slide 5 - Tekstslide
Wie is de baas?
Welke bevoegdheden heb jij als pedagogisch werker?
Werken onder verantwoordelijkheid van leraren/hoger bevoegden
Leraren mogen meer taken uitvoeren dan jou
In overleg met hen kun je taken uitvoeren
Leraren zijn nooit je leidinggevende
Leidinggevende: heeft altijd de eindverantwoordelijkheid
Zelfsturende teams: taken worden verdeeld, meer zelf beslissen,
Slide 6 - Tekstslide
Organogram
Schematisch overzicht van de structuur van een organisatie
Hiërarchisch: lijnen lopen van boven naar beneden
Hoe hoger in het schema, hoe meer invloed je hebt
Slide 7 - Tekstslide
Sociale kaart
- andere organisaties waar je mee samenwerkt.
Belangrijk om te weten welke organisaties er zijn en wat ze doen. (consultatiebureau, logopedist, maatschappelijk werker )
Kijk op https://www.socialekaartnederland.nl/
Slide 8 - Tekstslide
Sociale kaart
Slide 9 - Tekstslide
Belangrijke begrippen
Beroepsprofiel: waar kun je werken?, taken, verantwoordelijkheden, opleidingseis en competenties
Beroepshouding: De professionele houding die op je werk van je verwacht wordt. (inlevingsvermogen, respect, echtheid, flexibiliteit)
Beroepscode: beroepsgeheim, nascholing, respect voor alle (culturele/geloofs)achtergronden.Landelijk bepaald (zie beroepscode kinderopvang op blz. 280)
Functieomschrijving: Document waarin beschreven staat wat je werk inhoudt: functie, taken, verantwoordelijkheden.
Arbeidsvoorwaarden en CAO (collectieve arbeidsovereenkomst): staan beschreven in contract (arbeidsovereenkomst) - werk je daar tijdelijk of vast? - vakbond helpt!
Slide 10 - Tekstslide
Maak de opdrachten op blz 136 en 137 in je werkboek.