H4: herhalen signaalwoorden, verbindingsmanieren

Lezen H4:

herhalen signaalwoorden

uitleg verbindingsmanieren

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lezen H4:

herhalen signaalwoorden

uitleg verbindingsmanieren

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Lezen H4:

Je kunt de verschillende verbindingsmanieren tussen alinea's herkennen.

Je kunt het verband tussen de verschillende alinea's uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een alinea- of
zinsverband.

Slide 3 - Woordweb

Herhalen zins- en alineaverbanden

1 Uitspraak-opsomming

Er wordt iets gezegd, waarna hiervan een opsomming wordt gegeven.

Signaalwoorden: ook, bovendien, ten eerste, ten tweede, daarnaast, en


2 Uitspraak-tegenstelling

Er wordt het tegenovergestelde gezegd van iets wat eerder is genoemd.

Signaalwoorden: daarentegen, maar, toch


3 Uitspraak-voorbeeld

Er wordt een voorbeeld gegeven van iets wat eerder is genoemd.

Signaalwoorden: bijvoorbeeld, zoals


Slide 4 - Tekstslide

Hoe noteer je dit bij een toets?

1 Uitspraak-opsomming

Uitspraak: er is veel lekker eten in Italië

Opsomming: pizza, spaghetti en tiramisu (deze opsomming bestaat uit drie delen)


2 Uitspraak-tegenstelling

Uitspraak:

Tegenstelling:


3 Uitspraak-voorbeeld

Uitspraak:

Voorbeeld: 


Neem dit letterlijk over uit de tekst!

Slide 5 - Tekstslide

Verbindingsmanieren

Zinnen en alinea's worden verbonden door middel van een verband. Dit kan op verschillende manieren worden aangegeven:

1 door het gebruik van een signaalwoord

2 door het herhalen van een woord

3 door een overgangszin met een verwijzing

4 door een aankondigende zin

Slide 6 - Tekstslide




Het onderzoek naar de oorzaak van de ramp heeft een aantal opmerkelijke misstanden duidelijk gemaakt.

1 door het gebruik van een signaalwoord

2 door het herhalen van een woord

3 door een overgangszin met een verwijzing

4 door een aankondigende zin

Slide 7 - Tekstslide




Het onderzoek naar de oorzaak van de ramp heeft een aantal opmerkelijke misstanden duidelijk gemaakt.

1 door het gebruik van een signaalwoord

2 door het herhalen van een woord

3 door een overgangszin met een verwijzing

4 door een aankondigende zin

Slide 8 - Tekstslide



Daarom komen veel mensen niet meer op de fiets.


Het rijwiel werd vroeger ook al minder gebruikt.

1 door het gebruik van een signaalwoord

2 door het herhalen van een woord

3 door een overgangszin met een verwijzing

4 door een aankondigende zin

Slide 9 - Tekstslide



Daarom komen veel mensen niet meer op de fiets.


Het rijwiel werd vroeger ook al minder gebruikt.

1 door het gebruik van een signaalwoord

2 door het herhalen van een woord

3 door een overgangszin met een verwijzing

4 door een aankondigende zin

Slide 10 - Tekstslide



Er zijn meerdere moeilijke periodes in een mensenleven, zoals klas 2 op de middelbare school.

1 door het gebruik van een signaalwoord

2 door het herhalen van een woord

3 door een overgangszin met een verwijzing

4 door een aankondigende zin

Slide 11 - Tekstslide



Er zijn meerdere moeilijke periodes in een mensenleven, zoals klas 2 op de middelbare school.

1 door het gebruik van een signaalwoord

2 door het herhalen van een woord

3 door een overgangszin met een verwijzing

4 door een aankondigende zin

Slide 12 - Tekstslide



Er zijn meerdere moeilijke periodes in een mensenleven, zoals klas 2 op de middelbare school.

Hiervan wordt gezegd dat dit wel de minst erge tijd is.

1 door het gebruik van een signaalwoord

2 door het herhalen van een woord

3 door een overgangszin met een verwijzing

4 door een aankondigende zin

Slide 13 - Tekstslide



Er zijn meerdere moeilijke periodes in een mensenleven, zoals klas 2 op de middelbare school.

Hiervan wordt gezegd dat dit wel de minst erge tijd is.

1 door het gebruik van een signaalwoord

2 door het herhalen van een woord

3 door een overgangszin met een verwijzing

4 door een aankondigende zin

Slide 14 - Tekstslide

Zie jij de verbindingsmanier?

Slide 15 - Tekstslide

De verbindingsmanier
A
signaalwoord
B
herhaling
C
verwijswoord
D
aankondigende zin

Slide 16 - Quizvraag

Zie jij de verbindingsmanier?

Slide 17 - Tekstslide

De verbindingsmanier:
A
signaalwoord
B
herhaling
C
verwijswoord
D
aankondigende zin

Slide 18 - Quizvraag

Zie jij de verbindingsmanier?

Slide 19 - Tekstslide

De verbindingsmanier
A
signaalwoord
B
herhaling
C
verwijswoord
D
aankondigende zin

Slide 20 - Quizvraag

Welke verbindingsmanier wordt gebruikt?

Slide 21 - Tekstslide

De verbindingsmanier
A
signaalwoord
B
herhaling
C
verwijswoord
D
aankondigende zin

Slide 22 - Quizvraag

Grammatica
Stukje herhaling

Slide 23 - Tekstslide

Weet jij nog wat een naamwoordelijk gezegde is?

Slide 24 - Open vraag

Na de verjaardag ben ik meteen naar huis gefietst.
A
WWG
B
NWG

Slide 25 - Quizvraag

Mijn oom wil heel graag buschauffeur worden.
A
WWG
B
NWG

Slide 26 - Quizvraag

Mijn oom wil heel graag buschauffeur worden.

Benoem het werkwoordelijk deel en het naamwoordelijk deel:

Slide 27 - Open vraag


Jan en Mien willen samen hun eerste huis kopen. Ze kijken naar een appartement op de derde verdieping van een gebouw. Er is alleen weinig ruimte voor een kantoor. En ze waren de laatste kijkers van vandaag.

Schrijf de telwoorden over en benoem ze:

Slide 28 - Open vraag

Wat is een voegwoord?
Een voegwoord ...
A
verbindt zinnen of woorden met elkaar.
B
verbindt een werkwoord aan een ander werkwoord.
C
zijn twee woorden die aan elkaar verbonden zijn.

Slide 29 - Quizvraag

Het voegwoord 'terwijl'
is een .................voegwoord.
A
nevenschikkend (dus 2 hoofdzinnen)
B
onderschikkend (dus hoofdzin en bijzin)

Slide 30 - Quizvraag

Welk voegwoord is GEEN onderschikkend voegwoord
A
terwijl
B
voordat
C
dus
D
mits

Slide 31 - Quizvraag

Het voegwoord: want

is een ...................voegwoord
A
nevenschikkend (dus 2 hoofdzinnen)
B
onderschikkend (dus hoofdzin en bijzin)

Slide 32 - Quizvraag