Leesvaardigheid: les 8

Welkom!

timer
10:00
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

timer
10:00
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!

Slide 1 - Tekstslide

Programma

  • Lesdoelen doornemen
  • Extra herhaling
      - Verbindingsmanieren
      - Alineaverbanden & 
        signaalwoorden
  • Zelf aan de slag
      - opdr. 5 en 6 (p. 128 e.v.)
  • Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen (HERHALING)
Aan het eind van deze les..
    - ...kun je de verbindingsmanieren benoemen 
    - ...kun je alineaverbanden en signaalwoorden herkennen 
    -  ...kun je het onderwerp en de hoofdgedachte bepalen
    - ...kun je een aantal functies van alinea's benoemen.
    - ...ken je een aantal tekststructuren voor teksten.
    - ...kun je de tekststructuur van een tekst benoemen.
   

Slide 3 - Tekstslide

Welke 4 verbindingsmanieren ken je?

Slide 4 - Tekstslide




Het onderzoek naar de oorzaak van de ramp heeft een aantal opmerkelijke misstanden duidelijk gemaakt.

Welke verbindingsmanier?


1 door het gebruik van een signaalwoord

2 door het herhalen van een woord

3 door een overgangszin met een verwijzing

4 door een aankondigende zin

Slide 5 - Tekstslide




Het onderzoek naar de oorzaak van de ramp heeft een aantal opmerkelijke misstanden duidelijk gemaakt.

Welke verbindingsmanier?


1 door het gebruik van een signaalwoord

2 door het herhalen van een woord

3 door een overgangszin met een verwijzing

4 door een aankondigende zin

Slide 6 - Tekstslide



Daarom komen veel mensen niet meer op de fiets.


Het rijwiel werd vroeger ook al minder gebruikt.

Welke verbindingsmanier?


1 door het gebruik van een signaalwoord

2 door het herhalen van een woord

3 door een overgangszin met een verwijzing

4 door een aankondigende zin

Slide 7 - Tekstslide



Daarom komen veel mensen niet meer op de fiets.


Het rijwiel werd vroeger ook al minder gebruikt.

Welke verbindingsmanier?


1 door het gebruik van een signaalwoord

2 door het herhalen van een woord

3 door een overgangszin met een verwijzing

4 door een aankondigende zin

Slide 8 - Tekstslide



Er zijn meerdere moeilijke periodes in een mensenleven, zoals klas 2 op de middelbare school.

Welke verbindingsmanier?


1 door het gebruik van een signaalwoord

2 door het herhalen van een woord

3 door een overgangszin met een verwijzing

4 door een aankondigende zin

Slide 9 - Tekstslide



Er zijn meerdere moeilijke periodes in een mensenleven, zoals klas 2 op de middelbare school.

Welke verbindingsmanier?


1 door het gebruik van een signaalwoord

2 door het herhalen van een woord

3 door een overgangszin met een verwijzing

4 door een aankondigende zin

Slide 10 - Tekstslide



Er zijn meerdere moeilijke periodes in een mensenleven, zoals klas 2 op de middelbare school.

Daarvan wordt gezegd dat dit wel de minst erge tijd is.

Welke verbindingsmanier?


1 door het gebruik van een signaalwoord

2 door het herhalen van een woord

3 door een overgangszin met een verwijzing

4 door een aankondigende zin

Slide 11 - Tekstslide



Er zijn meerdere moeilijke periodes in een mensenleven, zoals klas 2 op de middelbare school.

Daarvan wordt gezegd dat dit wel de minst erge tijd is.

Welke verbindingsmanier?


1 door het gebruik van een signaalwoord

2 door het herhalen van een woord

3 door een overgangszin met een verwijzing

4 door een aankondigende zin

Slide 12 - Tekstslide



De 10 tekstverbanden!

1. Uitspraak-opsomming
2. Uitspraak-tegenstelling
3. Uitspraak-voorbeeld
4. Middel-doel
5. Oorzaak-gevolg
6. Uitspraak-vergelijking
7. Uitspraak reden
8. Uitspraak-conclusie
9. Uitspraak-samenvatting
10. Uitspraak-voorwaarde

Slide 13 - Tekstslide

Welk verband herken je in de volgende zin?

Wij hadden betere dingen te doen, zoals een potje FIFA.
A
uitspraak-opsomming
B
uitspraak-voorbeeld
C
uitspraak-tegenstelling
D
uitspraak-vergelijking

Slide 14 - Quizvraag

Welk verband herken je in de volgende zin?

Bovendien werd er van ons verwacht dat wij een volledige tekst zouden schrijven.
A
Uitspraak-opsomming
B
Uitspraak-voorbeeld
C
Uitspraak-tegenstelling
D
Uitspraak-voorwaarde

Slide 15 - Quizvraag

Welk verband hoort bij het signaalwoord:
'Integendeel'
A
Uitspraak - voorbeeld
B
Uitspraak - opsomming
C
Uitspraak - tegenstelling
D
Middel-doel

Slide 16 - Quizvraag

Welk tekstverband wordt met het signaalwoord uit alinea 3 aangegeven?
A
Uitspraak-opsomming
B
Uitspraak-vergelijking
C
Oorzaak-gevolg
D
Middel-doel

Slide 17 - Quizvraag

De ketting van Jasper zijn fiets was kapot, waardoor hij ten val kwam.
A
Uitspraak-voorwaarde
B
Oorzaak-gevolg
C
Uitspraak-conclusie
D
Middel-doel

Slide 18 - Quizvraag

Welke signaalwoorden horen bij het tekstverband oorzaak-gevolg?
A
ook, tevens, bovendien, ten tweede, ten slotte
B
zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, onder andere
C
dus, concluderend, dat betekent
D
doordat, daardoor, als gevolg van, het gevolg is

Slide 19 - Quizvraag

Net als vorig jaar zijn de schoolonderzoeken nu een stuk beter gemaakt.
A
Uitspraak-voorbeeld
B
Uitspraak-voorwaarde
C
Uitspraak-vergelijking
D
Oorzaak - gevolg

Slide 20 - Quizvraag

Omdat het klimaat snel verandert, gaat het waterschap de dijken in een hoog tempo ophogen.
A
voorbeeld
B
oorzaak/gevolg
C
voorwaardelijk verband

Slide 21 - Quizvraag


A
Kernzin: Je kunt er dieren verzorgen
B
Kernzin: Kortom: er is genoeg te beleven op de kinderboerderij.
C
Kernzin: Maar je kunt er ook veel leren.
D
Er is geen kernzin in deze alinea.

Slide 22 - Quizvraag

Zelf aan de slag
Maken:
  • Opdr. 5 en 6 (p. 128-130)

Af? Kijk je werk na. Antwoordbladen liggen op mijn bureau.

Af? Lezen in je leesboek. 

Slide 23 - Tekstslide

Evaluatie

- Hoe ging het vandaag?

- Heb je nog vragen?

Slide 24 - Tekstslide