Animatie introductieles

BEELD
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 13 videos.

Onderdelen in deze les

BEELD

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. tekenfilm
2. stopmotion
3. cut-out animatie
4. klei animatie
4. digitale animatie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. tekenfilm
  • Fenakistiscoop, thaumatroop, zoötroop
  • Walt Disney: Steamboat Willy (1e tekenfilm met geluid)
  • Steeds geavanceerder met moderne technieken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pre-cinema
Fenakistiscoop
Thaumatroop
Zoötroop
Persistence of vision
Een eigenschap van het menselijk oog waarin voor een korte tijd (10 ms tot 16ms) een nabeeld blijft bestaat.

Slide 4 - Tekstslide

Al voor de uitvinding van film of animaties werd er al geëxperimenteerd met bewegende beelden.

Je kan beelden laten bewegen door gebruik je maken van een kenmerk van het menselijk oog: persistence of vision (wat is het Nederlandse woord??). Het menselijk oog houdt een beeld 10-16ms vast, en als je net afwijkende beelden op het juiste tempo afspeelt, 24 beeldjes per seconde, zie je door een optische illusie de beelden bewegen!

De eerste uitvinding die dit bereikte was de Fenakistiscoop uit 1831. Ook andere apparaten als de thaumatroop en zoötroop werden uitgevonden om korte animaties op af te kunnen spelen. Dit kan je zien als een soort ouderwetse GIFjes. Laten we gaan kijken hoe dit eruit zag toen.

Slide 5 - Video

In dit filmpjes zie je een Fenakistiscoop en Zoötroop. Als je er aan draaide, verscheen de korte animatie, door de optische illusie van beweging! We zien een aantal voorbeelden van voorstellingen.

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

2. stopmotion
  • Voor stop-motion neem een filmcamera slechts 1 frame op. Daarna wordt het object verschoven en wordt er weer 1 frame gefilmd. het resultaat is een zelfstandig bewegend voorwerp. In 'Mary and Gretel' uit 1916 is nog goed te zien hoe moeilijk het is met deze techniek een vloeiende beweging te maken.
  • Tegenwoordig wordt voor stop-motion gebruik gemaakt van digitale opnametechnieken

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

3. Cut-out animatie
  • Bij deze animatievorm wordt het bewegende beeld gecreëerd met uitgeknipte plaatjes, die beeld voor beeld worden bewogen 
  • Cloud Bread

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

4. Klei animatie
  • Filmpje gemaakt ter ere van de 90ste verjaardag van Art Clokey (de eerste die met klei animaties maakte)
  • Shaun the Sheep

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Digitale Animatie
5. Digitale animatie
  • De grote doorbraak van computergeanimeerde films was aan het einde van de vorige eeuw 'Jurrassic Park' (1993)
  • Eerste digitale bioscoopfilm: 'Toy Story' (1995)
  • Corgi (2019)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Eisen animatie
  • frame to frame (tekenen) - 12 frames per sec
  • stopmotion - 15 frames per sec

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Animeren op muziek
GELUID

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 basisbegrippen voor beweging en geluid
1. Tempo (beats per Minute - BPM)



2. Timing en accenten in de muziek



3. Beweging en ritme

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BPM
Bij animatie moeten de frames nauwkeurig zijn afgestemd op het tempo (BPM) van de muziek om de beelden in combinatie met het geluid soepel te laten verlopen.
  • Hoe sneller de BPM, hoe sneller de bewegingen
  • Hoe langzamer de BPM, hoe rustiger de bewegingen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even voelen wat het verschil is
60 BPM
120 BPM

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Timing en accenten
In frame to frame animatie kunnen accenten in de muziek worden gebruikt om bepaalde poses of snelle bewegingen extra impact te geven. Dit is cruciaal bij dansanimatie, waar bewegingen op sterke beats vallen oom dramatische effecten te creëren.
Muziek bestaat uit sterke (accenten) en zwakke beats. In animatie kunnen deze accenten worden gebruikt om belangrijke bewegingen te synchroniseren.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Waar hoor je de accenten?
Beweging en ritme
Bij animatie is ritme essentieel om beweging natuurlijk en vloeiend te laten verlopen. Dit betekent dat de bewegingen tussen frames zorgvuldig worden gepland om soepel van de ene actie naar de andere te gaan, pannen bij het ritme van de muziek.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Kijk goed naar de bewegingen op het ritme van de muziek. Wat doen die precies?
Eisen animatie
  • animeren op muziek (relatie beweging en geluid)
Zie de opdracht voor alle beoordelingscriteria!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor aanvang van de workshop
1. Krita downloaden op laptop
2. muziek uitkiezen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies