Voor stop-motion neemt een filmcamera slechths 1 frame op. Daarna wordt het object verschoven en wordt er weer 1 frame gefilmd. Het resultaat is een zelfstandig bewegend voorwerp.
In "Mary en Gretel" uit 1916 is goed te zien hoe moeilijk het is met deze techniek een vloeiende beweging te maken.
Tegenwoordeig wordt vooral gebruik gemaakt van digitale opname technieken. (zie filmpje Buurman en Buurman)