18-03-2024

18-03-2024
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansBeroepsopleiding

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

18-03-2024

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lo que vamos a hacer hoy
Slides kijken 10 t/m15 ( 4 t/m14)
Oefening maken slide 16 ( 15)
Boek: p. 115, ej. 17, 18: maken
Stencil over eten.

Slide 3 - Tekstslide

Los verbos de cambio

Slide 4 - Tekstslide


QUEDARSE
Quedarse + adjetivo/participio/locuciones adverbiales.
  • El verbo quedarse expresa cambio duraderos, como consecuencia de algún suceso anterior. Pueden ser cambios relacionados con el físico:
quedarse ciego, sordo, cojo
quedarse embarazada
  • También expresa cambios en el estado civil de una persona.
quedarse viudo
quedarse solo
  • Expresa cambio involuntario como resultado de un proceso. Unas veces es transitorio y otras, duradero (cambio negativo).










Slide 5 - Tekstslide

  • Hij was geschokt toen hij de auto zag die ze hem hadden gegeven.
  • Na de oorontsteking die ze gehad had, werd ze doof.
  • Ik bleef berooid achter nadat ik al mijn spaargeld had uitgegeven.
  • Het duurde zo lang voordat je kwam, dat de soep is bevroren.
lamme, kreupel
Stom
Bevriezen
Geschokt (pasmado, de piedra)
Verbijsterd
Met open mond achterblijven

Slide 6 - Tekstslide

VOLVERSE

Volverse + adjetivo/artículo indeterminado+sustantivo.
  • El verbo volverse expresa un cambio de carácter. Es un cambio duradero y muchas veces involuntario. El cambio está relacionado con alguna experiencia anterior y es una consecuencia.
volverse antipático
volverse responsable
volverse loco
volverse ahorrador


Slide 7 - Tekstslide

  • Hij is heel rustig geworden sinds hij naar muzieklessen gaat.
  • Hij is gek geworden nadat hij een aantal jaren op een onbewoond eiland had gewoond.
  • Hij is heel egoïstisch geworden sinds hij de loterij heeft gewonnen.
  • Sinds ze in het theater werkt, is ze heel extravert geworden.
wantrouwig 
ondraaglijk
gereserveerd
mopperaar

Slide 8 - Tekstslide

HACERSE
hacerse + adjetivo/sustantivo
  • Con el verbo hacerse expresamos un cambio de
edad
ideología
profesión
estado social
  • Muy frecuentemente es un cambio voluntario y rápido.
hacerse camarero
hacerse rico
hacerse del Real Madrid
  • Si hablamos de la edad, en este caso, no es un cambio rápido y tampoco voluntario. Decimos
hacerse mayor
hacerse viejo





Slide 9 - Tekstslide

  • Op dat moment besloot hij dat hij kunstenaar zou worden.
  • Nadat hij in China was geweest, werd hij boeddhist.
  • hoe volwassen ( oud) is je zoon geworden!
  • Ik ga naar huis, want het is erg laat geworden.
atheïst
partner

Slide 10 - Tekstslide

PONERSE
Ponerse + adjetivo/adjetivo de color.
  • El verbo ponerse expresa un cambio temporal relacionado con el estado de ánimo, el aspecto físico. También expresa el inicio de algo.
Ponerse nervioso - empezar a estar nervioso.
Ponerse rojo - empezar a estar colorado.
Ponerse gordo (después de unas vacaciones).












Slide 11 - Tekstslide

  • Ze werd erg blij toen zij haar vriend zag.
  • Hij zag er erg knap uit voor het eindejaarsfeest.
  • hij wordt rood als ze hem complimenten geven.
  • Ik ben ziek geworden omdat ik me niet goed gekleed had.
verontwaardigd, boos
vervelend worden
kleurtje krijgen
modieus worden
In een goed humeur komen
In een slecht humeur raken

Slide 12 - Tekstslide

Convertirse ( ie)
  •  Transformar(se) en algo
  •  hacer que [alguien] cambie, o cambiar [uno mismo], por ej. de religión , partido político,etc.. 

Slide 13 - Tekstslide

  • Vroeger leefde ze op straat, maar ze is een beroemde kunstenaar geworden.
  • De prinses kuste de pad ( kikker) en hij werd een prins.
  • Het lijden op de werkvloer ( bij het werk) is een sociaal probleem geworden.
  • Deze buurt (wijk)  was marginaal en nu is het een trendy plek geworden
onaangenaam persoon worden

Slide 14 - Tekstslide

 Completa con los verbos de cambio.
1. Después de decirle todo lo que pensaba de él, (ella)____________  muy satisfecha.
2. Se ha ido 10 días de vacaciones y ___________________gordísima.
3. Acaba de entrar Laura y José __________________rojo como un tomate.
4. Mi hijo desde que hizo el viaje por Europa, ___________más responsable.
5. Juan ____________________muy romántico siempre que ve películas de amor.
6. Nuestro hijo ________________del Real Madrid y ahora va a todos los partidos.
7. Empezó trabajando de secretaria, y ha________________  la directora de toda la empresa.
8. Me puse a ver la película y __________________dormida.
9. Desde que se ha separado de su novio, _________________una gruñona.
10. ________________muy tristes cuando supimos que nos habían despedido a todos.

Slide 15 - Tekstslide

Nadat ze hem alles  verteld had wat ze over hem dacht, was ze (voelde ze zich ) zeer tevreden.

Slide 16 - Tekstslide

p. 115
Ej. 17 : ¿ Qué expresión no se puede combinar con el verbo de cambio?
Ej. 18 :Traducir las expresiones en negrita

Slide 17 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Stencil

Slide 20 - Tekstslide

Recordando las construcciones condicionales

Slide 21 - Tekstslide

 nog een keertje.....:  indefinido o imperfecto
Indefinido
Is als een film
Wat is er gebeurd?
Wat is er veranderd dat belangrijk is?
Imperfecto
Is als een foto
Wat zie je op de foto?
Beschrijf
Los niños estaban jugando.
Juan hizo una torre muy alta
pero empezó a temblar y se cayó
Antonio estaba delante de la pizarra.
Los estudiantes bailaban
Antonio estaba desesperado.
Ya era tarde.

Slide 22 - Tekstslide

Geef de juiste pv : 1= indefindo
                                  2=imperfecto

Slide 23 - Tekstslide

Vraag en antwoord in volledige zinnen.

Voorbeeld:
Vraag 6:
¿Dónde naciste?

Nací en Eindhoven, Holanda

Slide 24 - Tekstslide

Deberes
  • Slide 19: rellenar con uno de los marcadores temporales.
  •  Slide 20: conversación : hablando sobre comida
  • Slide 22, 23: Repasar el pasado/ conjugación: para hacer la próxima semana en clase.
  • slide 24 (las 12 primeras preguntas)

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide