4.1.1 Je kunt beschrijven waarvan de luchtweerstandskracht en de rolweerstandskracht afhankelijk zijn.
4.1.2 Je kunt de resultante op een voorwerp afleiden.
4.1.3 Je kunt de twee gevolgen van een resultante op een voorwerp benoemen.
4.1.4 Je kunt verklaren welke beweging een voorwerp zal maken als je de resultante kent (eerste wet van Newton).
Slide 2 - Tekstslide
Voorkennis
Als je op de fiets harde tegenwind hebt, kom je maar langzaam vooruit. Ook als er een dik pak sneeuw op de weg ligt, kost fietsen veel inspanning. Je merkt dat de krachten die je beweging tegenwerken groter zijn dan gewoonlijk.
Slide 3 - Tekstslide
Tegenwerkende krachten
Luchtwrijving. Je kunt je stroomlijnen door een kleiner frontaal oppervlak te krijgen.
Rolwrijving. Je kunt de banden harder oppompen voor minder rolwrijving.
Schuifwrijving. Als je duwt tegen een voorwerp werkt deze kracht tegen.
Slide 4 - Tekstslide
De resultante
De resultante is de kracht die uiteindelijk
'overblijft' als vervangende kracht van alle andere.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Als de resultante loodrecht op een voorwerp valt, verandert de richting wel, maar de snelheid niet.
Slide 9 - Tekstslide
De eerste wet van Newton
Als de resultante op een voorwerp 0 N is, dan staat het stil of beweegt het met constante snelheid verder (als het al bewoog)
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Belang lesdoel
Begrijpen hoe je makkelijker kan winnen met sporten....