4.1 (H)/2.3 (V) Voorstuwen en tegenwerken

4.1 (H)/2.3 (V) Voorstuwen en tegenwerken
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

4.1 (H)/2.3 (V) Voorstuwen en tegenwerken

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Activiteit
Doel
Tijdsduur
-Weerstandskrachten
Nieuwe leerdoelen introduceren
10 min
-Eerste wet van Newton
15 min
-Oefenen
Nieuwe leerdoelen verwerken
25 min

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je kunt beschrijven waarvan de luchtweerstandskracht en de rolweerstandskracht afhankelijk zijn.
  • Je kunt de resultante op een voorwerp afleiden.
  • Je kunt de twee gevolgen van een resultante op een voorwerp benoemen.
  • Je kunt verklaren welke beweging een voorwerp zal maken als je de resultante kent (eerste wet van Newton).

Slide 3 - Tekstslide

Voortstuwende kracht
Een kracht die ervoor zorgt dat een voorwerp gaat bewegen, heet de voortstuwende kracht (Fvs).
Zou je dit doen in de ruimte, waar een vacuüm is, zal het voorwerp oneindig verder bewegen met dezelfde kracht.

Zou je dit op aarde doen zijn er verschillende krachten die ervoor zorgen dat het voorwerp uiteindelijk afremt, de weerstandskrachten (Fwwe behandelen er 3.

Slide 4 - Tekstslide

Weerstandskrachten
Luchtweerstandskracht
Als je bijvoorbeeld tegen de wind in moet fietsen, zorgt de lucht er dus voor dat je minder snel vooruit gaat. Er werkt dus een kracht tegen jou in.

Hoe kleiner je frontaal oppervlak, hoe kleiner de luchtweerstand.

Slide 5 - Tekstslide

Weerstandskrachten
Schuifweerstandskracht
Schuift of glijdt je voorwerp over een oppervlak, dan zorgt de wrijving voor een tegenwerkende kracht. Hoe gladder het oppervlak hoe minder schuifweerstandskracht.

Slide 6 - Tekstslide

Weerstandskrachten
Rolweerstandskracht
Een voorwerp dat over een oppervlak rolt, krijgt een tegenwerkende kracht omdat zowel het voorwerp als het oppervlakte een beetje vervormen.

Slide 7 - Tekstslide

Resultante kracht (Herhaald)
De resultante kracht (Fres) is de optelsom van alle krachten.
Als Fres = 0, dan is het voorwerp in evenwicht en beweegt het niet.

Fres bepaal je dus door de krachten bij
elkaar op te tellen als ze dezelfde 
kant op
gaan. 
En aftrekken als ze
tegenovergestelde 
kanten op gaan.

Slide 8 - Tekstslide

Resultante kracht met weerstanden
Stel je hebt een voortstuwende kracht van 30 N en een luchtweerstandskracht van 20 N. Dan is de resultante kracht 10 N, het voorwerp blijft voortbewegen.

Stel je hebt een voortstuwende kracht van 30 N en een luchtweerstandskracht van 50 N. Dan is de resultante kracht -20 N, het voorwerp gaat vertragen, of als deze al stilstond, gaat hij dus met de wind mee bewegen.

Slide 9 - Tekstslide

De eerste wet van Newton
De eerste wet van Newton luidt als volgt:
“Als de resultante kracht 0 N is, dan staat het voorwerp stil, of het beweegt met een constante snelheid.”

Slide 10 - Tekstslide

Text

Slide 11 - Tekstslide


Slide 12 - Open vraag

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig of duo's in rust.
Wat?



Hoe?
Uit het boek.
Hulp?
Docent
Tijd?
Tot 5 minuten voor eindtijd.
Uitkomst?
Je beheerst de gestelde leerdoelen.
Hoofdstuk 4 paragraaf 1 (H):
1 t/m 8
Hoofdstuk 2 Paragraaf 3 (V):
1 t/m 8

Slide 13 - Tekstslide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je kunt beschrijven waarvan de luchtweerstandskracht en de rolweerstandskracht afhankelijk zijn.
Je kunt de twee gevolgen van een resultante op een voorwerp benoemen.
Je kunt verklaren welke beweging een voorwerp zal maken als je de resultante kent (eerste wet van Newton).
Je kunt de resultante op een voorwerp afleiden.

Slide 14 - Sleepvraag