V4: l'impératif

Jeudi 09 juin 
 L'IMPÉRATIF

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Jeudi 09 juin 
 L'IMPÉRATIF

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui

- Grammaire C chapitre 4 (L'impératif)
- Faire exercice 37/38/39 
- Corrections des exercices 

Slide 2 - Tekstslide

Qu'est-ce que c'est l'impératif?

Slide 3 - Woordweb

Er zijn 3 vormen. Lesquelles?

Slide 4 - Open vraag

Je gebruikt l'impératif voor:

1 persoon                                             => je gebruikt de je-vorm
2 voor meerdere personen         => je gebruikt de vous-vorm
3 meerdere personen en jezelf => je gebruikt de nous-vorm
  

Slide 5 - Tekstslide

Exemples:

1 persoon                                             => écoute!
2 voor meerdere personen         => écoutez!
3 meerdere personen en jezelf => écoutons
  

Slide 6 - Tekstslide

Met een lijdend voorwerp

Als je een persoonlijk vnw erbij zet:

Écoute la chanson! => Écoute-la!
Mange tes légumes! => Mange-les!
  

Slide 7 - Tekstslide

Met een persoonlijk vnw

Als je een persoonlijk vnw erbij zet:

Écoute-moi !
Dépêche- toi !
  

Slide 8 - Tekstslide

Aparte vorm

Le verbe être:                           le verbe aller:

Sois gentil!                                va t'en!
Soyons sympa!                       allons-y!
Soyez sage!                              allez!
  

Slide 9 - Tekstslide

Quelle forme est correcte?
Kijk, naar een vriend
A
Regarde!
B
Regardons!
C
Regardez!
D
Regardent!

Slide 10 - Quizvraag

De impératif van répondre is
A
Vous répondez
B
Répondez!

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn de 3 vormen van de impératif van prendre?
A
prends, prennons, prennez
B
prenne, prenons, prenez
C
prends, prenons, prenez

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste impératif van:

Vous me regardez.
A
Regarde-moi
B
Regardez-moi
C
Me regardez
D
Moi-regardez

Slide 13 - Quizvraag

Impératif tegen 1 persoon - travailler

Slide 14 - Open vraag

Et maintenant...
Au travail!
Faire exercice 38

Vous avez 15 minutes. 
Après, on corrige les exercices ensemble. 

Slide 15 - Tekstslide

Quelle est la réponse de l'exercice 38a 1?

Slide 16 - Open vraag

Exercice 38a, 6

Slide 17 - Open vraag

Exercice 38b, 3

Slide 18 - Open vraag

Exercice 38c, 2

Slide 19 - Open vraag