Hoofdstuk 4 les 7 Auteursrecht

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MediawijsheidMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Auteursrecht
Wanneer jij een foto, filmpje, tekst, lied, schilderij of sieraad maakt, heb je automatisch het auteursrecht. Auteursrecht wordt ook wel copyright genoemd. Daar gebruiken we vaak het symbool © voor. 
Portretrecht: Dit geld ook voor plaatjes.

Slide 2 - Tekstslide

Plagiaat = schending auteursrecht
In de werkelijkheid betekent dit schadevergoedingen.
Op school = 1

Slide 3 - Tekstslide

Bron altijd vermeld

Slide 4 - Tekstslide

Copy+paste = plagiaat
Je mag de bron die je gebruikt samenvatten
Je mag onderdelen uit de bron die je gebruikt gebruiken en mixen met eigen woorden = parafraseren
Je mag letterlijke onderdelen uit de bron "quoten". 

Slide 5 - Tekstslide

Oplossing: Citaatrecht 
Iedere keer dat je iemands werk gebruik moet je aangeven waar je dit vandaan hebt met een verwijzing. Je leert apa
Oplossing: rechtenvrij

afbeeldingen 
tools --> gebruiksrechten: creative commons

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

In tekst verwijzing

Slide 8 - Tekstslide

In tekst verwijzing
Bronverwijzing

Slide 9 - Tekstslide

Wat doe jij meestal
1. SAMENVATTEN: Algemene informatie die je uit je bronnen leert in je EIGEN woorden zetten, en de auteur de eer geven.
2. PARAPHRASING: Herformuleren van meer specifieke punten op een manier die dichter bij hoe de auteur schreef, en met vermelding van de auteur krediet.
3. DIRECT QUOTES: Enkele exacte woorden van de auteur overnemen, maar ze tussen aanhalingstekens plaatsen en de auteur de eer geven.

Slide 10 - Tekstslide

1. in tekst verwijzing
Een typische training kan tot 4 uur duren en bestaat uit rekoefeningen, oefeningen, gewichtheffen en oefenwedstrijden (Mori, 2015). 

Volgens Samantha Buglover (2013) hebben venusvliegenvallen extra stikstof nodig, dus die halen ze uit insecten (p. 8). 


Vorm is:
- volgens auteur (jaartal) 
- (achternaam, jaartal) achteraan de zin.


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

2. bronnenlijst doe je het zo
Mori, J. (2015, October 4). The daily life of a sumo wrestler. Gevonden op http://www.interesting.com/sumo
Vorm: achternaam, voorletter.(jaartal, exacte datum). titel. gevonden op exacte website

Buglover, S. (2013). The great outdoors. 
Vorm: achternaam, voorletter.(jaartal). titel. 



 

Slide 13 - Tekstslide

Je moet het altijd 2 keer doen
Kort in de de tekst = In de tekst verwijzing
Lang in de bronnenlijst: aan het einde van je stuk

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk opdracht
Schrijf een 5 alinea verslag waarin je uitlegt waarom puppies kauwen op bijna alles wat in de buurt van hun mond komt. 
Je start met een introductie
Je geeft 3 redenen waarom puppies kauwen. Elke reden heeft zijn eigen alinea.
Voor iedere bron in de tekst gebruik je verwijzingen volgens apa in de tekst.
Geef een conclusie
eindig met je bronnenlijst op de juist manier volgens apa


Slide 15 - Tekstslide