Leuke les met vagen voor net na een vakantie retoour au collège
1 / 39
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Est-ce que vous êtes contents d'être de retour au collège?
A
Oui
B
Non
Slide 6 - Quizvraag
Qu'est-ce que vous aimez le plus d'être
de retour au collège?
de retour au collège?
A
Revoir mes camarades de classe et mes copains/copines
B
Revoir mes profs en général
Slide 7 - Quizvraag
Qu'est-ce que vous aimiez le plus de suivre des cours en ligne?
A
Ne pas faire attention
B
Faire la grasse matinée(=uitslapen)
C
De pouvoir jouer à la console pendant les cours
D
Rien(=niets)
Slide 8 - Quizvraag
Qu'est-ce que vous détestiez le plus de suivre des cours en ligne?
A
La bruit des membres de la famille
B
L'obligation de rester assis des heures d'affilées derrière l'écran
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Waar ligt de streek de Côte d'Azur in Frankrijk?
A
Noordoosten
B
Noordwesten
C
Zuidoosten
D
Zuidwesten
Slide 12 - Quizvraag
Noem 3 bekende badplaatsen in de Côte d'Azur.
Slide 13 - Open vraag
De Côte d'Azur staat bekend om belangrijke evenementen en bezienswaardigheden. Noem er 2, zet ook de stad erbij.
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Wat is de goede vorm van aider in de imparfait in onderstaande zin?
Paul ______ (aider) sa grand-mère chaque samedi.
Paul ______ (aider) sa grand-mère chaque samedi.
A
aidais
B
aidait
C
aidai
D
aide
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de goede vorm van aider in de imparfait in onderstaande zin?
J'______ (adorer) les macarons.
J'______ (adorer) les macarons.
A
adorions
B
adorait
C
adorais
D
adore
Slide 17 - Quizvraag
Vul de goede vorm van de imparfait in. Noteer onderwerp en het werkwoord!
Le match de foot ______ (être) un chaos.
Le match de foot ______ (être) un chaos.
Slide 18 - Open vraag
Vul in en noteer onderwerp en werkwoord.
Nous ______ (faire) du volley le lundi et le jeudi.
Nous ______ (faire) du volley le lundi et le jeudi.
Slide 19 - Open vraag
Vul in en noteer onderwerp en werkwoord.
Ma mère ______ (acheter) une nouvelle télévision.
Ma mère ______ (acheter) une nouvelle télévision.
Slide 20 - Open vraag
Vul in en noteer onderwerp en werkwoord.
Ils ______ (préférer) la glace.
Ils ______ (préférer) la glace.
Slide 21 - Open vraag
Vul in en noteer onderwerp en werkwoord.
Tu ______ (imiter) toujours le prof d'allemand.
Tu ______ (imiter) toujours le prof d'allemand.
Slide 22 - Open vraag
Vul in en noteer onderwerp en werkwoord.
Vous ______ (avoir) treize ans.
Vous ______ (avoir) treize ans.
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Tekstslide
Traduis (vertaal):
Tout le monde a écouté la comédie musicale polonaise.
Tout le monde a écouté la comédie musicale polonaise.
Slide 25 - Open vraag
Traduis:
Bref, Stromae a sorti une chanson et il est fier.
Bref, Stromae a sorti une chanson et il est fier.
Slide 26 - Open vraag
Sleep het juiste woord naar de juiste zin. Er blijft één woord over.
voix
n'est-ce pas
un gâteau
le début
surtout
concours
J'aime ... de cette chanson.
Stromae a une ... magnifique.
Je mange ...
Tu es prêt, ... ?
Il va participer au ...
Slide 27 - Sleepvraag
Traduis:
De zangeres heeft gewonnen.
De zangeres heeft gewonnen.
Slide 28 - Open vraag
Traduis:
De vrouw zingt rock.
De vrouw zingt rock.
Slide 29 - Open vraag
Traduis:
De actrice is vooral trots.
De actrice is vooral trots.
Slide 30 - Open vraag
Slide 31 - Tekstslide
Hoe vraag je of je Nathan Rutjes al hebt ontmoet?
Slide 32 - Open vraag
Traduis (vertaal):
Hij is Nederlands, maar hij is van Amerikaanse afkomst.
Hij is Nederlands, maar hij is van Amerikaanse afkomst.
Slide 33 - Open vraag
Traduis:
Ik weet het nog niet.
Ik weet het nog niet.
Slide 34 - Open vraag
Traduis:
Wat zingt hij?
Wat zingt hij?
Slide 35 - Open vraag
Traduis:
Zij speelt in een show.
Zij speelt in een show.
Slide 36 - Open vraag
Geef aan hoe goed deze les ging.
😒🙁😐🙂😃
