Mens en Gezondheid

Mens en Gezondheid
Wat weet je al............................?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Mens en Gezondheid
Wat weet je al............................?

Slide 1 - Tekstslide

Cijfers
4 cijfers
-Presentatie sluikreclame
-Bedenken, maken en presenteren gezonde maaltijd
-Presentatie gezonde leefstijl
-Rollenspel voedings- en leefgewoontes

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij gezondheid?

Slide 3 - Woordweb

Gezondheid
Eten
Bewegen
Omgeving- thuis en om je heen
Vrienden
Ontspannen

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekend het woord fysiek?

Slide 5 - Open vraag

Wat betekend mentaal?

Slide 6 - Open vraag



Wat is het verschil tussen voedingsmiddel en voedingsstof?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Noem 2 voedingsmiddelen.

Slide 10 - Open vraag

Noem 2 voedingsstoffen

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Gezondheid
 
https://youtu.be/9BUl4b3KPm0 

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn welvaartziektes?

Slide 14 - Open vraag

Welvaartziekten
Hart en vaat ziekten
Obesitas
Diabetes type 2
Kanker
 arterosclerose
Beroerte
COPD
verhoogde bloeddruk

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat wordt bedoelt met een voedingspatroon?
A
De eetgewoonten van iemand
B
Dat wat je op een dag mag eten
C
voeding dat je in de supermarkt kan kopen
D
wat je moet eten volgens de voedingswijzer

Slide 18 - Quizvraag

Waar moet je rekening mee houden bij het samenstellen van een gezonde maaltijd?
A
Niet te veel suiker en kruiden
B
Niet te veel vet, vlees en groenten
C
Niet te veel zout, vet en kruiden
D
Niet te veel aardappels, vlees en groeten

Slide 19 - Quizvraag

Waardoor ontstaat een verkeerde leefstijl?
A
Gewoonten en verleidingen
B
Gewoonten en dieten
C
Sporten en fietsen
D
Hart- en vaatzieken en snacken

Slide 20 - Quizvraag

Waarom gebruikt een lichaam eiwitten?
A
Als bouwstof voor lichaamscellen
B
Om in energie om te zetten
C
voor versterking van je botten
D
voor verbranding van vet

Slide 21 - Quizvraag

In welk voedingsmiddel zitten koolhydraten?
A
brood
B
kaas
C
melk
D
vlees

Slide 22 - Quizvraag

Verzadigde en onverzadigde vetten
verzadigde vetten
Verzadigde vetten zijn slechte vetten. Ze zijn te vinden in producten zoals koeken, gebak en chips en in veel dierlijke producten, zoals vlees, kaas en roomboter. Te veel verzadigde vetten zijn niet goed voor je lichaam, omdat ze het cholesterolgehalte in het bloed verhogen.

Slide 23 - Tekstslide

onverzadigde vetten (oke) 
Onverzadigde vetten zijn goede vetten. Deze vetten zijn te vinden in plantaardige oliën, 
olijf-, zonnebloem- koolzaad- en lijnzaadolie 
Producten die hiervan zijn gemaakt zijn: smeerbare margarine, halvarine en vloeibare bak- en braadproducten. Daarnaast kun je ze ook halen uit noten en vette vis.  
Onverzadigde vetten hebben een positief effect op je lichaam: ze verlagen namelijk het slechte cholesterol in je lichaam.

Slide 24 - Tekstslide

Welk product heeft meer verzadigde vetten dan onverzadigde vetten?
A
Vis
B
Ei
C
Frituurolie
D
Volle melk

Slide 25 - Quizvraag

Opdracht
blz. 2 en 3 tot en met opdracht 5

Slide 26 - Tekstslide