tijd van burgers en stoommachines

Kenmerkende aspecten
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 14 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Kenmerkende aspecten
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
KA31: De industriële revolutie legde in de westerse wereld de basis voor een industriële samenleving
Industrialisatie vanwege technologische vooruitgang en mechanisering van de productie. Machines zorgen voor snelle en grootschalige productie. Oorzaken: meer winst, door agrarische revolutie minder mensen nodig op het land, transportrevolutie . Komst van elektriciteit, voedingsmiddelenindustrie etc. Gevolg: ontstaan van een industriële samenleving met snel groeiende bevolking en steden.
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Kenmerkende aspecten
KA32: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
Afrika verdeeld over invloedssferen (EU). Ook in Azië imperialisme waarin EU de overhand had en hier niet tegen in gegaan mocht worden. Door industrialisatie in EU landen konden Afrika en Azië niet veel doen. Oorzaken imperialisme: nationalisme, blank superioriteitsgevoel, economisch gewin en macht.
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Kenmerkende aspecten
KA33: De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen : liberalisme , nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme

Congres van Wenen: machtsevenwicht herstellen en restauratie van oude orde (burgerrechten beperkt). Gevolg zijn politieke stromingen tegen de gevestigde orde. Liberalisme: individuele vrijheid, grondwet, geen bemoeizucht overheid en burgerij. Socialisme: gelijkheid, gematigde sociaal democratie, communisme en arbeiders.
Nationalisme: natiestaat, eenheid, eigen volk eerst en sterk in Duitsland
Conservatisme: gevestigde orde handhaven: adel, kerk en monarchie heeft leiding.
1848: steeds meer EU landen krijgen liberale grondwet en democratie beginselen.



Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Kenmerkende aspecten
KA34: Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces

NL
constitutionele monarchie → parlementair stelsel (= geen democratie) met censuskiesrecht → parlementaire democratie met algemeen kiesrecht .
GB
parlementair met adel en districtenstelsel. Conservatieven en liberalen zorgen voor onrust. Pas laat een sociaaldemocratische partij opgericht door vakbonden. Na WOI algemeen kiesrecht.
Pruisen
Onderdrukking. Conservatieve Bismarck populair: instelling Rijksdag, maar niet democratisch bedoeld (weinig bevoegdheden). Pas democratie na WOI.
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Kenmerkende aspecten
KA35: De opkomst van emancipatiebewegingen
Confessionalisme: volwaardige positie voor religieuze christenen. Gelijke rechten, maar geen acceptatie. NL protestanten hadden succes en werden groot.: ARP olv Kuyper
Feminisme
gelijke rechten voor vrouwen, zoals vrouwenkiesrecht.
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Kenmerkende aspecten
KA36: Discussies over de ‘sociale kwestie’
Slechte woon- en werkomstandigheden voor arbeiders zorgen voor discussies over de sociale kwestie . Liberalen zeggen niks doen. Uiteindelijk wel kinderarbeidswet en na epidemie ook betere woonomstandigheden. Volgens socialisten (Marx) is oorzaak kapitalisme. Conservatieven voor beperking kapitalisme. Rechtse liberalen zeggen eigen verantwoordelijkheid en linkse liberalen voor bestrijding sociale misstanden.
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Kenmerkende aspecten
Toegepast op het Britse Rijk
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Kenmerkende aspecten
Examenopdrachten
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 23 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
Bron
Op 24 september 1838 houden de Chartisten, een Engelse beweging voor algemeen kiesrecht, een massabijeenkomst in de buurt van Manchester. Eén van hun leiders, Joseph Rayner Stephens, houdt een toespraak. Het tijdschrift van de Chartisten schrijft daarover
Het grondbeginsel (…) waarvoor de spreker het woord voert, is het beginsel dat het recht erkent van iedere man om zijn huis te hebben en zijn vrouw en kinderen, met dezelfde zekerheid als elke andere man. Het vraagstuk van het algemeen kiesrecht is, als het er op aan komt, een mes en vork kwestie; het vraagstuk is een brood en kaas kwestie (…). Als iemand de spreker vraagt wat hij onder algemeen kiesrecht verstaat, dan zal hij antwoorden: dat iedere man in het land het recht heeft om een goede jas om zijn lijf te hebben, een comfortabel onderkomen als onderdak voor zichzelf en zijn familie, een goede maaltijd op tafel en niet meer werk dan nodig is om er gezond bij te blijven en zoveel loon voor dat werk dat het ruimschoots genoeg is en hem in staat stelt om alle zegeningen van het leven te genieten die een redelijk mens kan wensen. (Stormachtige toejuichingen).
Gebruik de bron
De spreker op de bijeenkomst van de Chartisten legt een verband tussen twee kenmerkende aspecten van de negentiende eeuw.
3p Noem beide kenmerkende aspecten en geef aan wat volgens de spreker het verband tussen beide is.
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 24 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
Antwoord

Voor drie punten moeten twee kenmerkende aspecten worden genoemd, die met de bron te maken hebben én vervolgens moet er een verband tussen beide KA worden gemaakt.
DUS:
De twee KA’s: ‘de voortschrijdende democratisering’ en ‘de opkomst van de emancipatiebewegingen’, want de bron gaat over de strijd voor algemeen kiesrecht én over de rechten van de gewone man.
Het verband tussen beide KA’s: Volgens de schrijver is de emancipatie van de gewone man (de arbeiders) alleen mogelijk als er sprake is van algemeen kiesrecht. Alleen als gewone mannen ook mogen stemmen, zal het lot van de gewone mannen verbeteren.
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 25 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
Een bewering:
De socialistische arbeidersbeweging in de negentiende eeuw in West-Europa was tegen het imperialisme, maar de arbeiders hadden belang bij de instandhouding van het koloniale rijk van hun land.
2p Leg dit voor beide onderdelen van de bewering uit.








Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 26 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
​Antwoord
Voor twee punten moet je uitleggen waarom arbeiders tegen imperialisme waren en waarom zij belang hadden bij imperialisme.
DUS
- Arbeiders waren tegen imperialisme, want zij zagen dat mensen in de koloniën net als zij zelf werden uitgebuit door de kapitalistische bedrijven.
- Arbeiders hadden belang bij het imperialisme, want door de koloniën werden er goedkope grondstoffen ingevoerd en was er een (extra grote) afzetmarkt, waardoor zij werk hadden in de fabrieken (zonder imperialisme waren zij misschien wel werkloos)








Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 27 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
Bron: India na 1857
Nadat de opstand van 1857 was neergeslagen werd een einde gemaakt aan het bestuur door de East India Company, en vanaf 1863 kwam India rechtstreeks onder het bestuur van de Britse regering te staan. De Britten hervormden, al voor die tijd, het rechtsstelsel en het onderwijssysteem. Hiermee was onder meer Thomas Macaulay belast, die tussen 1834 en 1838 het door hem inferieur geachte traditionele stelsel verving door een op het Britse systeem geschoeid systeem, met als voertaal Engels. Rond 1850 werd er ook een begin gemaakt met de bouw van een spoorwegnet door het subcontinent, dat nog altijd een van de meest zichtbare erfenissen van het Britse bewind is. Een andere erfenis zijn de grote irrigatiekanalen.
In deze koloniale periode was Brits-Indië een land waar grote verdeeldheid heerste. Dat kwam mede doordat de Britten de gebruiken van de Indiërs niet altijd eerbiedigden. De Britten veroorzaakten veel onrust door bijvoorbeeld heilige koeien te slachten en onreine dieren te eten. In 1812 hadden de Britten de weduweverbrandingen verboden maar dit gebruik bleef nog lange tijd bestaan. Er was veel onvrede onder Indiërs. Dit werd ook gevoed door de terugkerende hongersnoden.

Gebruik de bron
2p Toon met twee voorbeelden uit de bron aan dat de periode van het ‘modern imperialisme’ ongeveer halverwege de 19e eeuw begint.






Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 28 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
ANTWOORD

Om twee punten te krijgen, moet je uitleggen wat modern imperialisme is en dit twee keer illustreren met de bron. De beste manier is twee kenmerken te noemen van het modern imperialisme (zoals meer politieke grip, economische uitbreiding landinwaarts (grondstoffen en afzetmarkt – en dus spoorwegen), meer bemoeienis met wetgeving, onderwijs, rechtsysteem, etc.

DUS:
Met modern imperialisme wordt bedoeld dat een moederland zich meer gaat bemoeien met de politiek, economie en het sociale leven van de mensen in hun koloniën.
Dit zie je in de bron, want vanaf 1857 valt India onder het directe gezag van Engeland (dus met Engelse ambtenaren in plaats van inheemse vorsten).
Dit zie je in de bron, want daar staat dat de Engelsen het rechtsstelsel en het onderwijssysteem hervormden.
Dit zie je in de bron want daar staat dat ze met een spoorwegnet en met irrigatiekanalen meer invloed willen hebben op de productie en transport van grondstoffen.






Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 29 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
Bron: In 1831 presenteert Lord John Russell namens een commissie in het Britse parlement verschillende voorstellen om het Britse kiesstelsel te veranderen:
We stellen voor dat alle kiesdistricten met minder dan 2000 inwoners het recht verliezen om afgevaardigden naar het Parlement te sturen. Dat betekent dat 60 districten verdwijnen, waarmee 119 zetels vrijkomen. Maar we gaan nog verder: er zijn 47 kiesdistricten met minder dan 4000 inwoners. Wij stellen voor dat die districten maximaal één parlementslid kunnen afvaardigen. Het district Weymouth kan daarnaast van 4 naar 2 parlementsleden worden teruggebracht. Dit alles bij elkaar betekent dat er 168 zetels vrijkomen. (…) Wij willen echter niet dat de overgebleven zetels in handen komen van een kleine groep rijken. Daarom stellen we voor dat alle huiseigenaren die jaarlijks minimaal 10 pond aan woonlasten betalen, kiesrecht krijgen. (…) Dit zijn de mensen die we nodig hebben bij toekomstige uitdagingen voor ons land!

De plannen van de commissie in 1831 (zie bron) werden uiteindelijk doorgevoerd in een wet in 1832.

2p Noem deze wet en geef aan waardoor de wet gunstig was voor de industriële ondernemers.





Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 30 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
Antwoord:

Voor twee punten moet je twee aparte vragen beantwoorden: de naam van die wet en waarom deze wet gunstig was voor ondernemers.
DUS:
De wet die bedoeld wordt heet de Reform Bill. Deze was gunstig voor de industriële ondernemers omdat door de herindeling van de kiesdistricten industriële steden, zoals Manchester en Sheffield, meer parlementariërs mocht leveren (ten koste van edelmannen, die in kleine plattelandsdisctricten woonden) en industriële ondernemers woonden juist in deze steden.
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 31 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
Leer deze uit je hoofd en oefen daarna op de volgende slides
31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.

32 Discussies over de ‘sociale kwestie’.
33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
34 De opkomst van emancipatiebewegingen.
35 Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.




Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 32 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
  • De...?.... revolutie die in de...?...... de basis legde voor een industriële .....?.....
  • Discussies over de ‘....?.....’.
  • De moderne vorm van .....?......die verband hield met de .....?......
  • De opkomst van ....?......
  • Voortschrijdende .....?....., met deelname van steeds meer...?..... aan het politieke proces.
  • De opkomst van ...?......: liberalisme, ...?......, socialisme, ...?......e en feminisme.


Noem ze nog eens!

Slide 33 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
  • De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
  • Discussies over de ‘sociale kwestie’.
  • De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
  • De opkomst van emancipatiebewegingen.
  • Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
  • De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.


Noem ze nog eens!

Slide 34 - Tekstslide