3 havo week 1 dt4 les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

wat gaan we doen

-pleonasme en tautologie:

- NN-online Woordenschat hfst 4 (pleonasme en tautologie):

Pleonasme

Je omschrijft de eigenschap van iets of iemand met een ander woord van een andere woordsoort

Het rode bloed stroomde uit z’n neus.

Hij liet het ingestorte huis opnieuw herbouwen.

Tautologie

Twee woorden van dezelfde woordsoort gebruik je in dezelfde zin.

Zij deed direct na het ongeluk onmiddellijk aangifte.

Hij was bedroefd en verdrietig toen zijn vriendin het uitmaakte.

De mondelinge bespreking

1. Pleonasme
2. Tautologie

Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.

1. tautologie
2. pleonasme

De ronde bal lag op de grond.

1. tautologie
2. pleonasme

Enkel en alleen is een vorm van

1. tautologie
2. pleonasme

Die spullen worden gewoon gratis weggegeven.

1. pleonasme
2. tautologie

Aan de slag

Theorie: blz. 120

Maken: opdracht 1 t/m 3

Klaar?  maak de opdrachten van les 1 af.

Veel succes!

Verzin zelf eens een pleonasme.