Les 3; rekenen met tijd en snelheid

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Wiskunde

Rekenen met tijd en snelheid

Pak je schrift, je pen en je rekenmachine

Reken uit

7 dagen = .........minuten

3 jaar = ..............uren

5 weken = ........seconden

Nakijken

7 dagen = .........minuten

3 jaar = ..............uren

5 weken = ........seconden

10 080

26 280

3 024 000

Omrekenen

Reken om

0,8 uur = ....minuten

4,25 dagen = 4 dagen en ....uur

5,6 jaar = 5 jaar en .... dagen

0,35 minuten = ....seconden

Reken om

0,8 uur =  48 minuten

4,25 dagen = 4 dagen en 6 uur

5,6 jaar = 5 jaar en 219 dagen

0,35 minuten = 21 seconden

Andersom

3 jaar en 9 maanden = ..... jaar

9: 12 = 0,75

dus 3,75 jaar

Reken om naar een komma getal.

6 uur en 36 minuten = .....uur

3 jaar en 45 dagen = ......jaar

4 minuten en 9 seconde = ....minuten

Reken om naar een komma getal.

6 uur en 36 minuten = 6,6 uur

3 jaar en 45 dagen = 3,12 jaar

4 minuten en 9 seconde = 4,15 minuten

Sandra loopt 5km met een gemiddelde snelheid van 3 m/s. Hoeveel seconden doet zij over de 5 km? Rond zo nodig af op helen.

Nakijken

Sandra loopt 5km met een gemiddelde snelheid van 3 m/s. Hoeveel seconden doet zij over de 5 km? Rond zo nodig af op helen.

1667 seconden

Jeroen loopt 7km, hij doet hier 40 min over, wat is zijn snelheid in m/s? (rond zo nodig af op 1 decimaal)

Nakijken

Jeroen loopt 7km, hij doet hier 40 min over, wat is zijn snelheid in m/s? (rond zo nodig af op 1 decimaal)

2,9 m/s

Zelfstandig werken

68+69 (blz 19)