In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 10 min
Onderdelen in deze les
6V - toets 5 - Romantiek
Slide 1 - Tekstslide
Met welk gevoel begin je aan deze toets?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Ben je voldoende voorbereid op deze toets?
Ja
Nee
Ik denk het wel
Te laat begonnen met leren
Ik twijfel
Had beter gekund
Ik had andere prioriteiten
Natuurlijk. Ik ben ruim op tijd begonnen.
Slide 3 - Poll
J. Brahms – Symfonie no. 4, 4 e deel
De volgende 10 vragen gaan over het vierde deel van Symfonie no. 4
van Johannes Brahms. Dit deel is een thema met variaties.
Het thema (zie bovenin) is een serie akkoorden: acht akkoorden in acht maten. Beluister voor het maken van de vragen eerst hier het thema.
Thema
voorlezen
Slide 4 - Tekstslide
Het thema wordt door drie instrumentengroepen gespeeld. Eén daarvan is het slagwerk.
1. Welke instrumentengroep speelt hier niet mee?
voorlezen
A
Koperblazers
B
Houtblazers
C
Strijkinstrumenten
D
Slagwerk
Slide 5 - Quizvraag
2. In welke maat zet het slagwerk (pauken) in?
Zet de pin op de juiste maat
voorlezen
Slide 6 - Sleepvraag
Symfonie no. 4 is een symfonie in e mineur. Dat wil zeggen dat de toonsoort van in ieder geval het eerste en het laatste deel (dat is dit deel) e mineur is.
voorlezen
Slide 7 - Tekstslide
3. Met welke drieklank begint het thema?
0 Cis Majeur 0 cis mineur 0 E majeur 0 A majeur 0 a mineur
Zet de pin op de juiste toonsoort
voorlezen
Slide 8 - Sleepvraag
4. In welke maat zie je voor het eerst de e mineur drieklank?
voorlezen
A
maat 2
B
maat 3
C
maat 4
D
maat 5
Slide 9 - Quizvraag
5. Geef de volledige naam van de slotdrieklank.
Notenvoorbeeld
voorlezen
Slide 10 - Open vraag
Na het thema volgen meteen vier variaties, ook ieder acht maten lang.
Thema + variaties
voorlezen
Slide 11 - Tekstslide
Koperblazers en pauken spelen op elke eerste tel, strijkers spelen pizzicato op elke tweede tel.
6. Wie spelen de melodielijn die genoteerd staat?
Melodielijn
Variatie 1
voorlezen
A
De koperblazers
B
De pauken
C
De strijkers
Slide 12 - Quizvraag
In variatie 2 spelen de lage strijkers de melodielijn.
7. Welke instrumentengroep speelt een tegenmelodie?
Variatie 2
voorlezen
A
De koperblazers
B
De houtblazers
C
De strijkers
D
De pauken
Slide 13 - Quizvraag
Deze variatie contrasteert met de vorige.
8. Noem een contrast.
Variatie 3
voorlezen
Slide 14 - Open vraag
Je hoort alleen strijkers. Ook hier wordt de melodielijn (thema) gespeeld.
9. Met welke instrumenten?
Plaats de pin op het juiste antwoord
Variatie 4
voorlezen
De hoge strijkers.
De midden strijkers.
De lage strijkers.
Slide 15 - Sleepvraag
Dit is een compositie uit de romantiek.
10. Noem aan de hand van het hele fragment vier (4) kenmerken waaraan je dat kunt horen.
voorlezen
Slide 16 - Open vraag
R. Wagner – Einleitung, uit: Tristan und Isolde
De volgende vijf vragen gaan over het begin van deze opera.
In dit begin worden drie motieven gebruikt:
motief a en b
motief c
voorlezen
Slide 17 - Tekstslide
In dit begin worden drie motieven gebruikt. De drie motieven (a, b en c) maken alle gebruik van chromatiek.
11. Wat betekent ‘chromatiek’?
Motieven
voorlezen
Slide 18 - Open vraag
12. Welk motief is helemaal chromatisch?
Sleep de pin naar het juiste motief.
voorlezen
Slide 19 - Sleepvraag
Motief a is langer dan b en c.
13. Noem nog een verschil tussen motief a en motief b en c.
Motieven
voorlezen
Slide 20 - Open vraag
Dit hele fragment is opgebouwd uit deze drie motieven en hun variaties.
14. Maak het vormschema hieronder van het fragment compleet. (Gebruik alleen de letters a, b en c)
[a - b] [stukje b - stukje b]
voorlezen
c
b
a
a
b
b
Slide 21 - Sleepvraag
Luister nogmaals naar het begin, nu met het vervolg.
Dit is een compositie uit de romantiek en niet uit het classicisme.
15. Geef daarvoor argumenten. Voor elk aandachtspunt één.