Mavo 3, les 20/21

Herzlich Willkommen!
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen!

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
1e Stunde:
Grammatik E: de derde Naamval

2e Stunde:
Grammatik üben
Hausaufgaben korrigieren

Slide 2 - Tekstslide

Was könnt ihr nach heute?
Ihr kennt die Pronomen (persoonlijk voornaamwoorden) im Dativ

Ihr versteht einen Text über das Thema Lächeln

Slide 3 - Tekstslide

E: Grammatik
Seite 66

Schreib mit! (Schrijf mee!)

Slide 4 - Tekstslide

Weißt du es noch?
Seite 66

Aufgabe 16

5 Minuten

Selbständig (zelfstandig)

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zit het ook alweer?

Ik koop bloemen met haar.


Slide 6 - Tekstslide

De persoonsvorm is:

Ik koop  bloemen met haar.


Slide 7 - Tekstslide

Het onderwerp (1e naamval) is:

Ik koop bloemen met haar.


Slide 8 - Tekstslide

Het lijdend voorwerp(4e naamval) is:

Ik koop bloemen met haar


Slide 9 - Tekstslide

Het voorzetsel is:

Ik koop bloemen met haar.


Slide 10 - Tekstslide

Hoe noemen we dit deel:

Ik koop bloemen met haar.


Slide 11 - Tekstslide

Het  Meewerkend voorwerp(3e Naamval) is:

Ik koop bloemen met haar.


Slide 12 - Tekstslide

De volledige zin is dan:

Ik koop bloemen met haar.


Slide 13 - Tekstslide

Nu in het Duits:
Ik koop bloemen met haar.
wordt:
Ich kaufe Blumen mit ihr.


Slide 14 - Tekstslide

De persoonsvorm:
Lees het schema op pagina 67 goed door

Schrijf de rijtjes 5 keer over, waarbij je steeds begint bij het nederlands, dan de 1e naamval en dan de 3e, bijvoorbeeld:

ik  ich   mir

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de 3e naamval van "du" in het duits?
A
dich
B
du
C
dir
D
es

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de 3e naamval van "ihr"?
A
jullie
B
euch
C
Ihnen
D
Ihr

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de 3e naamval van "hij"?
A
ihr
B
ihnen
C
ihm
D
ich

Slide 18 - Quizvraag

er/es
du
ich
zij
mir
dir
ihm
ihr

Slide 19 - Sleepvraag

wir
ihr
sie/Sie
Euch
Ihnen
Uns

Slide 20 - Sleepvraag

Grammatik üben
Seite 66 und 67

Aufgabe 17 und 18

10-15 Minuten

Je mag zachtjes overleggen

Slide 21 - Tekstslide

5 Minuten Pause

Slide 22 - Tekstslide

Grammatik üben
Seite 66 und 67

Aufgabe 17 und 18

10-15 Minuten

Je mag zachtjes overleggen

Slide 23 - Tekstslide

Grammatik kontrollieren

Slide 24 - Tekstslide

Hausaufgaben kontrollieren

Slide 25 - Tekstslide

Was könnt ihr jetzt?
Ihr kennt die Pronomen (persoonlijk voornaamwoorden) im Dativ

Ihr versteht einen Text über das Thema Lächeln

Slide 26 - Tekstslide

Hausaufgaben:
Machen:
Seite 68: Aufgabe 19 und 20

Lernen:
Lernliste NL-D: alles
Lernliste D-NL: A und D
Die Personalpronomen im Dativ

Slide 27 - Tekstslide