In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Woordenschat
Woorden met meerdere betekenissen
Slide 1 - Tekstslide
Betekenissen
Slide 2 - Tekstslide
DOEL
- je kunt woorden met meerdere betekenissen herkennen en begrijpen
- je kunt de juiste betekenis van een woord met meerdere betekenissen opzoeken in een woordenboek.
Woorden met meerdere betekenissen
Slide 3 - Tekstslide
Woorden met meerdere betekenissen
Een woord met meer betekenissen noem je een homoniem. Daardoor kun je in de war raken. Lees de tekst goed, want vaak kun je uit de rest van de tekst opmaken welke betekenis wordt bedoeld.
Slide 4 - Tekstslide
De juryleden prijzen de winnaar. Ze vinden het vooral knap dat hij het lied zelf geschreven heeft.
1. Prijzen: meervoud van prijs ( hoeveel iets kost of iets wat je kunt winnen)
2. Prijzen: zeggen dat iets heel goed is.
Slide 5 - Tekstslide
Woordenboek gebruiken
Kijk goed welke betekenis in de zin past.
Op de eerste dag van mijn stage moest ik me voorstellen aan de afdelingsleider.
Het woordenboek zegt:
In deze zin betekenis 1
inleiden in een gezelschap; = introduceren: zich voorstellen
Slide 6 - Tekstslide
Wat betekent: 'Moet ik alweer stofzuigen? Daar pas ik voor!', zei Silke boos.
____
A
op de juiste maat afmeten
B
zo voegen of schikken als je dat wenst: iets niet willen doen
C
zo voegen of schikken als je dat wenst: je beurt voorbij laten gaan
D
niet buiten het kader vallen
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent: Hopelijk kun je het passen, want ik heb geen wisselgeld.
_______
A
zo voegen of schikken als je dat wenst
B
nauwkeurig acht slaan
C
op zijn plaats zijn = betamen, voegen
D
het geld precies afpassen; niet te veel en niet te weinig
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekent het onderstreepte woord in de zin: De mentor bevestigde dat we morgen het laatste uur vrij hebben.
__________
A
leunen, rusten
B
helpen
C
zei dat het klopte
D
maakte vast
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent het onderstreepte woord in de zin: De conciërge bevestigde het nieuwe prikbord aan de muur.