3H6 - OVK (2)

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Bij welk begrip (moreel oordeel, morele opvoeding, morele gevoelens of ethiek) past de afbeelding hiernaast het best en waarom?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Bij welk begrip (moreel oordeel, morele opvoeding, morele gevoelens of ethiek) passen de afbeeldingen die je zojuist zag het best en waarom?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Waarom zijn er regels nodig?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Welk van onderstaande woorden is een waarde?
A
woede
B
gezondheid
C
eerlijkheid
D
verdriet

Slide 14 - Quizvraag

Welk van onderstaande zinnen is een norm?
A
Het is belangrijk om leuk werk te hebben
B
discrimineren is niet oké!
C
iemand in nood, help je!
D
je mag niet liegen

Slide 15 - Quizvraag

Welke waarde hoort bij:

"Vrienden ben je door dik en dun"
A
Rechtvaardigheid
B
Trouw
C
Behulpzaamheid
D
Vriendelijkheid

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Vrouwen moeten niet buitenshuis werken, zolang er thuis voor de kinderen gezorgd moet worden
A
Persoonlijke moraal
B
Gemeenschappelijke moraal

Slide 20 - Quizvraag

Iedere burger heeft de plicht belasting te betalen
A
Persoonlijke moraal
B
Gemeenschappelijke moraal

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Waarden zijn:
A
Regels over hoe iemand zich moet gedragen.
B
Ideeen die mensen heel belangrijk vinden.
C
Een voorwerp van kostbare waarde.

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een norm?
A
een ideaal
B
een karaktertrek
C
een gedragsregel
D
een streven

Slide 25 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een gemeenschappelijke moraal in NL

Slide 26 - Open vraag