Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 2 week 47 Verkleinwoorden
Les 2
Les Nederlands
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
90 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Les 2
Les Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Verkleinwoorden
Slide 2 - Tekstslide
In deze les leren jullie...
wat een
verkleinwoord
is!
hoe je eenvoudige en moeilijkere
verkleinwoorden
schrijft.
Slide 3 - Tekstslide
Wat zijn verkleinwoorden?
Slide 4 - Open vraag
Een
verkleinwoord
is een zelfstandig naamwoord (mens, dier of ding) dat verkleind wordt!
Slide 5 - Tekstslide
De meeste
verkleinwoorden
zijn gemakkelijk te maken.
Je zet achter het zelfstandig naamwoord:
-je of -tje
huis
- huisje
stad
- stadje
stoel
- stoeltje
Slide 6 - Tekstslide
-je
- Zelfstandig naamwoorden meestal -je
- de kaas
het
kaasje
- de worst
het
worstje
- het huis
het
huisje
Slide 7 - Tekstslide
-pje
woorden die eindigen op -m
- de boom het boom
pje
- de zoom het zoom
pje
- het geheim het geheim
pje
Slide 8 - Tekstslide
-tje
- de lepel het lepel
tje
- de stoel het stoel
tje
- het ding het dinge
tje
Slide 9 - Tekstslide
-tje
De medeklinker wordt verdubbeld als er een korte klinker is (niet bij alle woorden)
- de ster het ste
rr
e
tje
- de pop het po
pp
e
tje
Slide 10 - Tekstslide
-tje
Woorden die eindigen op een lange klinker (a, é, o, u)
- de auto het aut
ootje
- de paraplu het parapl
uutje
- de logé
het log
eetje
Slide 11 - Tekstslide
-tje
Woorden die eindigen op -i wordt -ietje
- de taxi het tax
ietje
- de ski het sk
ietje
Slide 12 - Tekstslide
'tje
Woorden die eindigen op -y en afkortingen
- de baby het baby
'tje
- de hobby het hobby
'tje
- de usb het usb
'tje
Slide 13 - Tekstslide
-nkje
Woorden die eindigen op -ng
- de woning het woni
nkje
- de koning het koni
nkje
Slide 14 - Tekstslide
afkortingen en cijfers
dvd dvd'tje
A4 A4'tje
Slide 15 - Tekstslide
afwijkende verkleinvormen
Jongen jongetje
Blad blaadje
Bril brilletje
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Bedenk een verkleinwoord met
-je of -tje (dat nog niet in de voorbeelden heeft gestaan.
Slide 18 - Open vraag
Wat is het juiste verkleinwoord voor stem?
A
stempje
B
stemetje
C
stemmetje
D
stemmen
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het verkleinwoord van het raam?
Slide 20 - Open vraag
Wat is het goede verkleinwoord voor café?
A
cafétje
B
cafeetje
C
caféetje
D
cafeettje
Slide 21 - Quizvraag
Wat is het verkleinwoord van de woning?
Slide 22 - Open vraag
Welke woordsoort kun je verkleinen?
A
werkwoord
B
voorzetsel
C
lidwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 23 - Quizvraag
Wat is het verkleinwoord voor de auto?
Slide 24 - Open vraag
Hoe schrijf je het verkleinwoord van lampion?
A
lampionnetje
B
lampiontje
C
lampionetje
D
lampionnentje
Slide 25 - Quizvraag
Wat is de verkleinvorm van "verdieping"?
Slide 26 - Open vraag
Wat is de verkleinvorm van "cd"?
Slide 27 - Open vraag
timer
1:00
Schrijf zoveel mogelijk verkleinwoorden op.
Slide 28 - Woordweb
Meer lessen zoals deze
T2: H3 lezen - Tekstverbanden en signaalwoorden
November 2021
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Verkleinwoorden
April 2022
- Les met
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Verkleinwoorden
Februari 2021
- Les met
22 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Verkleinwoorden
Mei 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
5.8 Spelling les 2 verkleinwoorden
Mei 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Verkleinwoorden
Maart 2022
- Les met
18 slides
Spelling
MBO
Studiejaar 1
Verkleinwoorden
Januari 2021
- Les met
21 slides
Spelling
MBO
Studiejaar 1
verkleinwoorden
Januari 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1