bouwsteen 7 deel 2
Bekijk de uitspraken over samenhang tussen tekstdelen.
1. Samenhang tussen tekstdelen bereik je door kopjes te gebruiken.
2. Samenhang tussen tekstdelen bereik je door signaalwoorden te gebruiken.
1. Samenhang tussen tekstdelen bereik je door kopjes te gebruiken.
2. Samenhang tussen tekstdelen bereik je door signaalwoorden te gebruiken.
A
Alleen uitspraak 1 is juist.
B
Alleen uitspraak 2 is juist.
C
Beide uitspraken zijn juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.
1 / 17
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Bekijk de uitspraken over samenhang tussen tekstdelen.
1. Samenhang tussen tekstdelen bereik je door kopjes te gebruiken.
2. Samenhang tussen tekstdelen bereik je door signaalwoorden te gebruiken.
1. Samenhang tussen tekstdelen bereik je door kopjes te gebruiken.
2. Samenhang tussen tekstdelen bereik je door signaalwoorden te gebruiken.
A
Alleen uitspraak 1 is juist.
B
Alleen uitspraak 2 is juist.
C
Beide uitspraken zijn juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.
Slide 1 - Quizvraag
Slide 2 - Tekstslide
Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst?
A
De lezer ervan overtuigen voortaan hun bord netjes leeg te eten.
B
De lezer informeren over wat ze moeten doen met ongebruikt beltegoed.
C
De lezer vermaken met een leuke column over ongebruikt beltegoed.
D
De lezer instructies geven over hoe om te gaan met het beltegoed.
Slide 3 - Quizvraag
Hoe probeert de schrijver zijn doel te bereiken?
A
De schrijver maakt een grapje van het probleem en komt met een niet serieuze oplossing.
B
De schrijver roept de lezer op om netjes de tijd vol te maken en meer te gaan bellen.
C
De schrijver vergelijkt ongebruikt beltegoed met het leeg eten van je bord.
D
De schrijver zet de Consumentenbond voor aap door hun oplossing niet serieus te nemen.
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de samenhang tussen de titel en de tekst?
A
Er is geen samenhang tussen de titel en de tekst, want je bord leeg eten heeft niks te maken met ongebruikt beltegoed.
B
De titel maakt de lezer nieuwsgierig en is een vergelijking met je beltegoed opmaken.
C
De titel trekt de aandacht van de lezer, maar heeft weinig te maken met de inhoud van de tekst.
D
De titel trekt de aandacht van de lezer en komt overeen met de inhoud van de tekst.
Slide 5 - Quizvraag
De schrijver geeft twee argumenten bij zijn oplossing. Wat kun je zeggen over de samenhang tussen de oplossing en de argumenten hiervoor?
A
De argumenten ondersteunen niet per se de oplossing, want de argumenten worden nergens gestaafd.
B
De argumenten ondersteunen niet per se de oplossing, maar dienen net als zijn oplossing vooral om de lezer te vermaken.
C
De argumenten ondersteunen zijn oplossing, maar dienen net als zijn oplossing vooral om de lezer te vermaken.
D
De argumenten ondersteunen zijn oplossing, maar zijn makkelijk te weerleggen.
Slide 6 - Quizvraag
Wat kun je zeggen over de Consumentenbond als bron?
A
De Consumentenbond is een betrouwbare bron, omdat de Consumentenbond een serieuze en controleerbare instantie is.
B
De Consumentenbond is een betrouwbare bron, omdat de Consumentenbond opkomt voor de rechten van consumenten.
C
De Consumentenbond is geen betrouwbare bron, omdat de Consumentenbond partijdig is.
D
De Consumentenbond is geen betrouwbare bron, omdat de oplossing van de Consumentenbond nadelig is voor telefoonproviders.
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Video
Eigenaar van legbatterij
Hobbyboer
timer
1:30
Voor wie is dit filmpje waardevol? Leg uit waarom wel of niet.
Slide 9 - Woordweb
Sleep het juiste woord naar zin.
1. De vroedvrouw (00:16) in het filmpje is
2. nabootsen (01:00) betekent
Chiel, de eigenaar van het bedrijf
de broedmachine
dat de kuikens elkaar na gaan doen, net als in de natuur
dat proberen het broedproces net zo te laten verlopen als in de natuur
Slide 10 - Sleepvraag
Sleep het juiste woord naar zin.
3. De specialist (01:55) is in dit filmpje
4. Als je een hennetje preventief (02:49) inent, is het hennetje
degene die precies kan uitleggen waar de haantjes en hennetjes terecht komen
degene die precies weet hoe je het verschil tussen een haantje en hennetje kunt zien
onvruchtbaar geworden
beschermt tegen ziektes
Slide 11 - Sleepvraag
Welke woord past in de zin? Sleep de woorden naar de juiste plek.
1. De organisatie van het festival mag bezoekers
controleren om te voorkomen dat mensen drugs mee naar binnen nemen.
2. Vroeger woonde in elk dorp een
, die vrouwen hielp bij hun bevalling.
3. De olympisch kampioen op de 500 meter schaatsen was
één honderdste sneller dan de nummer twee.
4. Kees kan zo goed het geluid van een poes
dat de hond naar hem begint te blaffen.
In ons bedrijf is Marianne de
op het gebied van softwareontwikkeling.
vroedvrouw
specialist
exact
preventief
nabootsen
Slide 12 - Sleepvraag
Wat kun je zeggen over de betrouwbaarheid van Chiel ter Heerdt?
A
Chiel is zowel deskundig als onafhankelijk, omdat hij al jaren met kuikens werkt.
B
Chiel is niet deskundig, maar wel onafhankelijk, omdat hij de eigenaar van de broederij is, maar niet op de werkvloer staat.
C
Chiel is wel deskundig, maar niet onafhankelijk, omdat hij er belang bij heeft zijn bedrijf positief neer te zetten.
D
Chiel is niet deskundig en niet onafhankelijk omdat hij eigenaar is van het bedrijf en reclame ervoor wil maken.
Slide 13 - Quizvraag
Hoe zorgen de makers voor samenhang in het filmpje? Er zijn 4 antwoorden goed.
Goede antwoorden
timer
1:00
Door aan het eind het filmpje samen te vatten.
Door de kijker direct aan te spreken.
Door een conclusie te trekken aan het eind van het filmpje.
Door gebruik te maken van signaalwoorden.
Door het onderwerp in de inleiding te noemen.
Door met behulp van beeld over te gaan op een nieuw deelonderwerp.
Door aan de hand van vragen een ander onderwerp aan te snijden.
Slide 14 - Sleepvraag
Het belangrijkste doel van het filmpje is informeren. Hoe wordt dit doel bereikt? Sleep de goede antwoorden naar rechts.
Goede antwoorden
Door argumenten te geven.
Door feiten te geven.
Door het gebruik van beeldspraak.
Door humor te gebruiken.
Door vragen te stellen
Slide 15 - Sleepvraag
Heeft het filmpje een duidelijk slot?
A
Ja, want het eindigt met een conclusie over mogelijkheden voor de haantjes.
B
Ja, want het onderwerp is afgerond; de kijker weet nu hoe het leven van een legkip begint.
C
Nee, want er wordt geen conclusie over het onderwerp getrokken en geen samenvatting van het filmpje gegeven.
D
Nee, want de kijker ziet niet hoe de kuikens verder opgroeien tot het moment dat ze in een legbedrijf komen.
Slide 16 - Quizvraag
Nienke vindt het er heftig uitzien wat er gebeurt met de kuikens. Chiel antwoordt (02:58): 'Ja, dat kan ik me voorstellen, maar ... in de broedkast.'
A
Hij geeft een gericht antwoord door aan te geven dat het proces snel verloopt en stelt zo Nienke en de kijkers gerust.
B
Hij geeft een gericht antwoord door aan te geven dat de kuikens snel weer kunnen uitrusten en stelt zo Nienke en de kijkers gerust.
C
Hij geeft geen antwoord, maar stelt alleen Nienke en de kijkers gerust door aan te geven dat het proces snel verloopt.
D
Hij geeft geen antwoord, maar vergoelijkt het proces en probeert zo Nienke en de kijkers gerust te stellen.
