In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
contextzinnen en steekwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn synoniemen? Wat bedoelen we met contextzinnen?
timer
1:30
Slide 2 - Open vraag
welke synoniemen ken jij? noem er minstens 2 x 2
Slide 3 - Open vraag
Zoek naar synoniemen in studie-/lesboek
Schrijf er zoveel mogelijk op
timer
5:00
Slide 4 - Tekstslide
Zoek de synoniemen in deze tekst
Vorige week ging ik naar een groot warenhuis in Amstelveen. Dat was echt enorm in omvang. Ik had nog niet eerder een winkel gezien van deze afmeting. Het personeel was er erg behulpzaam. Ik kon niet goed kiezen uit het brede assortiment winterjassen, maar doordat de werknemers zo bereidwillig waren, lukte het me toch een winterjas te vinden uit dit aanbod.
Slide 5 - Tekstslide
groot – enorm
warenhuis - winkel
omvang – afmeting
personeel – werknemers
assortiment – aanbod
behulpzaam – bereidwillig
Slide 6 - Tekstslide
synoniemen
verschil
vitaliteit
prognose
diagnose
innovatie
promotie
onderscheid
levenslust
voorspelling
vaststelling
vernieuwing
bevordering
Slide 7 - Sleepvraag
welk woord is GEEN synoniem voor bestuurder van een voertuig
A
automobilist
B
machinist
C
conducteur
D
chauffeur
Slide 8 - Quizvraag
welk woord is GEEN synoniem van het woord 'ongeluk'
A
botsing
B
ongemak
C
ongeval
D
aanrijding
Slide 9 - Quizvraag
welk woord is een synoniem voor behuizing
A
lokaal
B
accommodatie
C
kamer
D
kantine
Slide 10 - Quizvraag
Welke woord past in de zin? Sleep de woorden naar de juiste plek.
1. De organisatie van het festival mag bezoekers
controleren om te voorkomen dat mensen drugs mee naar binnen nemen.
2. Vroeger woonde in elk dorp een
, die vrouwen hielp bij hun bevalling.
3. De olympisch kampioen op de 500 meter schaatsen was
één honderdste sneller dan de nummer twee.
4. Kees kan zo goed het geluid van een poes
dat de hond naar hem begint te blaffen.
In ons bedrijf is Marianne de
op het gebied van softwareontwikkeling.
vroedvrouw
specialist
exact
preventief
nabootsen
Slide 11 - Sleepvraag
wat is een synoniem voor het woord 'aangenaam'
A
aardig
B
lief
C
prettig
D
gezellig
Slide 12 - Quizvraag
Bedenk 3 zinnen met het woord 'aardig' erin. Probeer dit woord in elke zin op een verschillende manier te gebruiken
Slide 13 - Open vraag
toch zeker
langzaam maar zeker
verschillende
ook
natuurlijk
verscheidene
immers
bovendien
vanzelfsprekend
geleidelijk
Slide 14 - Sleepvraag
iets of iemand kunnen veranderen
iets het leukst of het best vinden
het gevolg
de uitkomst
de mening
resultaat
invloed
effect
voorkeur
opvatting
Slide 15 - Sleepvraag
Welk woord past het best in deze zin?
De automobilist ........ zijn snelheid, omdat hij geen snelheidsboete wil hebben.
A
matigt
B
vergroot
C
verbetert
D
vertraagt
Slide 16 - Quizvraag
Wat betekent het woord matigen volgens jou in de context van de vorige dia?
Slide 17 - Open vraag
wat is GEEN synoniem van het woord 'prettig'
A
comfortabel
B
fijn
C
aangenaam
D
onaangenaam
Slide 18 - Quizvraag
Promotie
Product
Prijs
Plaats
Personeel
kwaliteit, design, garantie, service, verpakking
adverteren, online marketing, sales promotion, PR
prijslijst, kortingen, betaalperiode, krediet
kanalen, dekking, assortiment, locaties, voorraad, transport
Werknemers, cultuur, normen, management, houding
Slide 19 - Sleepvraag
Welk woord is een synoniem voor het woord 'verspilling'
A
recycling
B
verkwisting
C
verkwikking
D
vernietiging
Slide 20 - Quizvraag
Steekwoorden noteren bij video
Vat de video over 'zoveel voedsel verspilt in NL' samen in ongeveer 8 woorden.
Noteer deze steekwoorden TIJDENS het kijken naar deze video