In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Welkom in de les
Vandaag:
terugblik
Practicum
Oefentoets H6
afsluiting les
H6 Elektriciteit
Slide 1 - Tekstslide
Huiswerk gemaakt?
Slide 2 - Tekstslide
Vragen §6.5
Slide 3 - Tekstslide
Vragen H6
Slide 4 - Tekstslide
Terugblik
Slide 5 - Tekstslide
Opgave 61
Slide 6 - Tekstslide
Opgave 63
Slide 7 - Tekstslide
Opgave 44
a
b
c
d
Slide 8 - Tekstslide
Wat weet je al???
Slide 9 - Tekstslide
Wanneer kan stroom lopen?
A
Bij een open stroomkring
B
Bij een gesloten stroomkring
C
Bij een gesloten én een open stroomkring
D
Weet ik nog niet
Slide 10 - Quizvraag
Welke stof is een geleider?
A
aluminium
B
glas
C
pvc
D
rubber
Slide 11 - Quizvraag
Zet de stoffen in het juiste vakje.
Geleider
Isolator
hout
ijzer
kraanwater
koolstof
lucht
plastic
Slide 12 - Sleepvraag
Welke waarde geeft deze stroommeter aan?
A
0,03 A
B
0,3 A
C
3 A
Slide 13 - Quizvraag
In welke situatie is de ampèremeter goed aangesloten
A
B
A
In situatie A
B
In situatie B
C
In zowel situatie A als B
D
in beide situaties niet goed
Slide 14 - Quizvraag
Waarmee meet je de stroomsterkte?
A
Voltmeter
B
Ampèremeter
C
Thermometer
D
megameter
Slide 15 - Quizvraag
Wat gebeurt er met een apparaat als je hem aansluit op een te lage spanning?
A
werkt het gewoon
B
werkt het niet of niet goed
C
werkt het niet
D
werkt het niet of gaat het kapot
Slide 16 - Quizvraag
Wat gebeurt er met een apparaat als je hem aansluit op een te hoge spanning?
A
werkt het gewoon
B
werkt het niet of niet goed
C
werkt het niet
D
werkt het niet of gaat het kapot
Slide 17 - Quizvraag
Spanningsbronnen:
Apparaat:
Slide 18 - Sleepvraag
Wat is de spanning van deze batterij
A
1,5 volt
B
4,5 volt
C
9 volt
D
12 volt
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de spanning van deze accu
A
1,5 volt
B
4,5 volt
C
9 volt
D
12 volt
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de spanning van dit stopcontact
A
9 volt
B
200 volt
C
230volt
D
250volt
Slide 21 - Quizvraag
Welke waarde geeft de voltmeter aan?
A
1,2V
B
6V
C
12V
D
7 volt
Slide 22 - Quizvraag
Wat schakelt de stroomtoevoer af als er teveel stroom verloren gaat?
A
Zekering
B
Aardlekschakelaar
C
Groep
D
Overbelasting
Slide 23 - Quizvraag
Wat is stroomsterkte
A
Hoeveelheid stroom
B
Hoeveelheid deeltjes die per seconde voorbij komen
C
De energie die deeltjes met zich mee dragen
D
De benzine in de tankautos
Slide 24 - Quizvraag
Wat is spanning
A
Hoeveelheid stroom
B
Hoeveelheid deeltjes die per seconde voorbij komen
C
De energie die deeltjes met zich mee dragen
D
De benzine in de tankautos
Slide 25 - Quizvraag
In de afvoerdraad is de stroom even groot als in de aanvoerdraad.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Wat voor soort schakeling is dit?
A
serie
B
parallel
C
serie en parallel
Slide 27 - Quizvraag
Hoe schakel je een spanningsmeter
A
Als onderdeel in de schakeling
B
Over een onderdeel
Slide 28 - Quizvraag
Bij een serieschakeling blijft ... ... gelijk
A
de spanning
B
de stroomsterkte
C
de weerstand
D
het vermogen
Slide 29 - Quizvraag
Hoe schakel je een stroommeter?
A
Als onderdeel in de schakeling
B
Over een onderdeel
Slide 30 - Quizvraag
Hiernaast zie je een serieschakeling van 2 gelijke lampjes. Door de stroomkring gaat een stroom van 2 Ampère. Hoe groot is de stroomsterkte door lampje 2?
A
1 Ampère
B
2 Ampère
C
4 Ampère
D
2 Volt
Slide 31 - Quizvraag
Hiernaast zie je een serieschakeling van 2 gelijke lampjes. De batterij levert een spanning van 9 Volt. Hoe groot is de spanning over lampje 1?
A
9 Volt
B
4,5 Volt
C
18 Volt
D
9 Ampère
Slide 32 - Quizvraag
Wat geeft je aan met het vermogen van een apparaat?
Slide 33 - Open vraag
Wat is de eenheid van vermogen?
A
Joule
B
Ampère
C
Volt
D
Watt
Slide 34 - Quizvraag
Hoe bereken je de gebruikte energie?
A
E =P + t
B
E = P x t
C
E = P / t
Slide 35 - Quizvraag
Wat is de eenheid van gebruikte energie?
Slide 36 - Open vraag
Practicum 2 - Stroomsterkte meten
timer
30:00
Slide 37 - Tekstslide
Oefentoets H6
Maak de opgave 1 t/m 17 blz. 218 en 20 t/m 26 blz. 219 in je boek.
timer
25:00
Slide 38 - Tekstslide
Voorbereiden op een Toets!
Lees de tekst van de paragraaf door;
Maak een lijst van de signaalwoorden (blauw gedrukte woorden) met de betekenis;
Lees 'Samengevat'. Snap je het? Prima, zo niet lees de tekst (of een gedeelte) nog eens door en pak je lijst met signaalwoorden erbij totdat je alles begrijpt.
Maak nog wat opgaven, misschien ook uit de groene - of blauwe route;
Lees 'Je kunt nu'. Kun je dat? Prima, zo niet maak nog wat opgaven totdat je alles met ja kunt beantwoorden;