Elektriciteit en Schakelingen

Elektriciteit en Schakelingen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Elektriciteit en Schakelingen

Slide 1 - Tekstslide

Elektriciteit
Doelen:
1. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een spanningsmeter en een stroommeter.
2. Je kent het verschil tussen een serie en parallelschakeling.



Slide 2 - Tekstslide

Een serieschakeling is een schakeling...
A
met vertakkingen
B
zonder vertakkingen
C
op Netflix

Slide 3 - Quizvraag

in een parallelschakeling
A
is de stroom overal even groot
B
is er geen stroom
C
wordt de stroom verbruikt
D
verdeelt zich over de vertakkingen

Slide 4 - Quizvraag

In een serieschakeling is...
A
de spanning overal gelijk
B
de spanning gelijk verdeeld
C
de stroomsterkte verdeeld
D
de stroomsterkte overal gelijk

Slide 5 - Quizvraag

Is het een serieschakeling of een parallelschakeling?
A
Serie
B
Parallel
C
Geen van beide
D
Beide

Slide 6 - Quizvraag

Is dit een serieschakeling of een parallelschakeling?
A
serieschakeling
B
parallelschakeling

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen de symbolen U en A?

Slide 8 - Open vraag

Spanning en Stroomsterkte

Slide 9 - Tekstslide

Spanning
Op een apparaat staat een spanning.
Zegt iets over hoeveel elektrische energie er beschikbaar is. 
Dit is de pompkracht wat er voor zorgt dat een apparaat werkt.




grootheid
symbool
eenheid
symbool
spanning

Slide 10 - Tekstslide

Spanning meten
       Spanning meten we met een Voltmeter (spanningsmeter)
       

           Symbool:
  

Slide 11 - Tekstslide

Stroomsterkte
Tussen de spanningsbron en het apparaat loopt er een stroom.




grootheid
symbool
eenheid
symbool
stroomsterkte

Slide 12 - Tekstslide

Stroom meten
- Stroomsterkte meten we met een ampèremeter (stroommeter)

      Symbool:

Slide 13 - Tekstslide

Spanning meten
De spanning meet je met een (spanning/volt)meter
Eenheid van spanning is volt.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de spanning van deze batterij?
Wat is de spanning van deze batterij?

Slide 15 - Tekstslide

Teken een schakeling en neem daarin op:


  1. Drie lampjes parallel aan elkaar geschakeld.
  2. Een schakelaar die lampje 2 en 3 aan/uit kan zetten.
  3. Een schakelaar die alle drie de lampjes aan/uit kan zetten.
  4. Een spanningsmeter die de spanning over lampje 3 meet.
  5. Een stroommeter die de stroom door lampje 1 meet.

Slide 16 - Tekstslide

Meetinstrument
(Waarmee je meet)
Grootheid
(Wat je meet)
Eenheid
(Waarin je meet)
Spanningsmeter
Spanning
Volt

Slide 17 - Sleepvraag

Spanningsmeter
Draad
Stroomsterktemeter
Spanningsbron
Lamp
Schakelaar

Slide 18 - Sleepvraag

Koppel de juiste naam en de manier waarop je die aansluit, aan de symbolen.
spanningsmeter
stroommeter
Serie
Parallel

Slide 19 - Sleepvraag

spanningsmeter
stroommeter

Slide 20 - Sleepvraag