Les 1: Zuid & Noord-Korea

Noord- en Zuid-Korea
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Noord- en Zuid-Korea

Slide 1 - Tekstslide

Noord- en Zuid-Korea: Geschiedenis schiereiland
Vóór 1910: Korea was een onafhankelijk koninkrijk
1920-1945: Kolonie Japan
1945: VS en Sovjetunie verdelen Korea: Noord- en Zuid-Korea
   Grens: Op 38e breedtegraad
1950: Noord-Korea steekt grens over om landen te verenigen: Koreaanse Oorlog
1953: Wapenstilstand, maar geen vrede!

Grens: 4 km breed, ontzettend goed bewaakt




Slide 2 - Tekstslide

Zuid-Korea
Noord-Korea
Analfabeten 0%
Analfabeten 1%
Stedelingen 62%
Stedelingen 83%

Slide 3 - Sleepvraag

Zuid-Korea
Noord-Korea
HDI 0.733
HDI 0.903
Primaire sector 23%
Primaire sector 2%
Tertiaire sector 59%
Tertiaire sector 29%

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is het doel van een bedrijf?

Slide 5 - Woordweb

Stel: een bedrijf heeft geen concurrentie.
Welke gevolgen heeft dit voor de kwaliteit van de producten die dit bedrijf maakt?

Slide 6 - Woordweb

Noord- en Zuid-Korea
Noord-Korea

BNP per hoofd: $ 1.900

Planeconomie

Dictatuur
Zuid-Korea

BNP per hoofd: $ 29.742

Vrijemarkteconomie

Democratie


Inkomen

Economisch systeem

Politiek Systeem

Slide 7 - Tekstslide

Zuid-Korea: Vrijemarkteconomie
Doel bedrijven:
- Winst maken

Met winst:
- Investeren (in nieuwe producten, machines, fabrieken)
- Onderzoek doen
- Hogere lonen werknemers
- Winst is voor eigenaar

Om winst te maken: 
- Efficiënt produceren (lage kosten, prijs product omlaag)
- Innovatie (beste product proberen te maken)

Slide 8 - Tekstslide

Noord-Korea: Planeconomie
Doel bedrijf:
- Voldoen aan doelstelling (vooral; hoeveelheid producten)


- Geen noodzaak tot innovatie:
   Waarom harder werken? Winst is niet voor jou!

Belangrijk:
- Vooral "genoeg" maken
- Maar kwaliteit niet belangrijk
- En prijs ook niet


Slide 9 - Tekstslide

Mondiale spanning
Noord-Korea ontwikkelt wapens

Straf VN: Land wordt geïsoleerd qua handel --> Leven wordt duurder


Hereniging lastig: 
- Zuid-Korea veel rijker --> wil het betalen voor vereniging?
- Jonge Koreanen kennen hun familie niet --> minder wil om te verenigen

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk:
Zie magister


Volgende keer: 7.4

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Paragraaf: 7,1    7,2.   7,4

Slide 13 - Tekstslide