H7 na de kerstvakantie

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

2024!!!!

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten jullie nog?

Slide 3 - Tekstslide

Van welk land was het voormalige Korea ooit een kolonie?
A
China
B
Vietnam
C
Japan
D
Rusland

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer werd een wapenstilstand gesloten tussen Noord- en Zuid-Korea?

A
1945
B
1953
C
1943
D
1955

Slide 5 - Quizvraag

Welke twee grootmachten waren de baas in Korea na de Tweede Wereldoorlog?
A
Rusland en de VS.
B
Rusland en China.
C
China en de VS.
D
China en Vietnam.

Slide 6 - Quizvraag

Bekijk de figuur 1. Welk land hoort bij land A in de tabel?
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea

Slide 7 - Quizvraag

Bekijk nogmaals figuur 1. Is de stelling goed of fout? ''De hdi meet meer dan alleen het economisch ontwikkelingspeil van landen.''
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Bekijk nogmaals figuur 1. Is de stelling goed of fout? ''In de HDI wordt ook het percentage analfabeten meegenomen.''
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Bekijk nogmaals figuur 1. Is de stelling goed of fout? ''Hoe dichter het cijfer bij 0, hoe hoger de ontwikkeling van een land.''
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quizvraag

VN-welzijnsindex (HDI)
De VN gebruikt voor de HDI:
  • levensverwachting.
  • onderwijs. 
  • inkomen gemeten naar koopkracht.
Human Development Index welvaart heeft invloed op welzijn.
Lage HDI
Hoge HDI
Zie dia over voedselzekerheid!

Slide 11 - Tekstslide

In welke sector is een boer werkzaam?
A
Primaire sector
B
Secondaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 12 - Quizvraag

In welke sector is een leraar werkzaam?
A
Primaire sector
B
Secondaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 13 - Quizvraag

Over welk bevolkingskenmerk gaat de figuur?
A
economisch kenmerk
B
demografisch kenmerk
C
politiek kenmerk
D
sociaal kenmerk

Slide 14 - Quizvraag

Noord Korea
Zuid Korea
Nigeria

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Sleepvraag

Welk kenmerk past niet bij deze bevolkingsdiagram?
A
Laag geboortecijfer
B
Arm land
C
Grote gezinnen
D
Veel kinderen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is vergrijzing?
A
Het aantal kinderen neemt toe.
B
Het aantal mensen neemt toe.
C
Het aantal ouderen neemt toe.
D
Mensen krijgen meer grijs haar.

Slide 18 - Quizvraag

Welk soort landen bevinden zich in fase 5 van het demografische transitiemodel?
A
Erg arme landen.
B
Arme landen.
C
Niet arm en niet rijke landen.
D
Rijke landen.

Slide 19 - Quizvraag

Welk onderdeel kun je niet aflezen in het demografische transitiemodel?
A
geboortecijfer
B
sterftecijfer
C
levensverwachting
D
geboorteoverschot

Slide 20 - Quizvraag

Bekijk figuur 2. Om welk type kenmerken gaat het in figuur 2?
A
Politieke kenmerken
B
Demografische kenmerken
C
Sociaal-culturele kenmerken
D
Economische kenmerken

Slide 21 - Quizvraag

Noord-Korea
Zuid-Korea
Dictatuur
Vrijemarkteconomie
Planeconomie
Kapitalistisch land
Communistisch land
Chaebol
Laag HDI
Hoog HDI
Hoog BNP
Laag BNP

Slide 22 - Sleepvraag

Lichte industrie is het maken van
A
Kant en klare eindproducten
B
Producten die nog bewerkt moeten

Slide 23 - Quizvraag

Wat is niet één van de die belangrijke punten om de economie te laten groeien?
A
Platteland leren samen te werken
B
Onderwijs
C
Grondstoffen verkopen
D
Fabrieken bouwen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is geen reden dat er minder kinderen geboren worden in Zuid-Korea.
A
Trouwen op late leeftijd.
B
Carrière maken.
C
De kosten van de opvoeding.
D
Er zijn meer vakmensen.

Slide 25 - Quizvraag

Bekijk figuur 3. Is dit het exportpakket van Noord- of Zuid-Korea?
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea

Slide 26 - Quizvraag

Bekijk nogmaals figuur 3. Noem twee voorbeelden waarom dit exportpakket van Noord- of juist Zuid-Korea is.

Slide 27 - Open vraag

Bekijk nogmaals figuur 3. Tot welk type industrie behoren de exportproducten van de drie grootste categorieën in het diagram?

Slide 28 - Open vraag

Bekijk figuur 4. Wat is de titel van deze figuur?
A
Aandeel van de bevolking op het platteland en in de stad in Zuid-Korea.
B
Aandeel van het bnp op het platteland en in de stad in Zuid-Korea.

Slide 29 - Quizvraag

Bekijk nogmaals figuur 4. Leg je vorige antwoord uit aan de hand van de grafiek.

Slide 30 - Open vraag

Bekijk nogmaals figuur 4. Na de onafhankelijkheid stegen in Zuid-Korea de inkomsten uit landbouw op het platteland. Leg uit hoe dat kwam.

Slide 31 - Open vraag

Bekijk figuur 5. Wat laat deze kaart zien?
A
Regionale ongelijkheid
B
Sociale ongelijkheid

Slide 32 - Quizvraag

Bekijk nogmaals figuur 5. Waarom is het inkomen zo hoog in gebied 1?

Slide 33 - Open vraag

Leerdoelen par. 3
  • Je kent de begrippen van par. 3 (ook uit het basisboek) 
  • Je weet waarom Z-Korea pas na 1960 economisch is gaan groeien.
  • Je weet op welke manier Z-Korea economisch succesvol is geworden.
  • Je weet welke fasen Z-Korea sinds 1960 in de economische groei heeft doorlopen.
  • Je weet waarom N-Korea niet dezelfde economische ontwikkeling heeft doorgemaakt als Z-Korea.
  • Je weet in welke 3 sectoren mensen werkzaam kunnen zijn.



Slide 34 - Tekstslide

Economische groei
  • Zuid-Korea arm na oorlog
  • Bnp per inwoner $67, nu $39,400
  • In 1961 stenge president
  • Drie punten voor de economische groei


Slide 35 - Tekstslide

Economische groei
  • Plattelandsbevolking leren samenwerken
  • Zak cement als test
  • Goed gehandeld? Jaar erna meer bouwmaterialen!

Slide 36 - Tekstslide

Economische groei
  • Geld lenen van de V.S. en Japan voor fabrieken
  • Importsubstitutie
  • Consumptiegoederen
  • Producten exporteren
  • Pruiken
Producten die werden geïmporteerd, worden vervangen door zelf geproduceerde producten
Goederen die direct kunnen worden gebruikt

Slide 37 - Tekstslide

Economische groei
  • Geen natuurlijke hulpbronnen
  • Onderwijs als sleutel tot succes
  • Verplicht naar school

Slide 38 - Tekstslide

Het wonder aan de rivier de Han (1).
Zuid-Korea bleef vernieuwen!

Van arbeidsintensieve lichte 
industrie (1970) overgegaan naar zware industrie (1990) bijv. scheepswerven B193.

Slide 39 - Tekstslide

Het wonder aan de rivier de Han (2).
 De lonen werden hoger B260, dus overgestapt op productiewerk met hightech-industrie B208
(na 1990). 
bijv. telefoons, televisies en computers.

Slide 40 - Tekstslide

Rijkste landen in de wereld

Slide 41 - Tekstslide