1. Je weet wat communicatie is en uit welke elementen het communicatieproces bestaat.
2. Je kunt de elementen van het communicatieproces herkennen en benoemen.
3. Je kunt uitleggen op welke manier een bepaald element het communicatieproces beïnvloedt en uitingen hierop aanpassen.
4. Je kunt zelf nieuwe voorbeelden vinden van (mis)communicatie of uitingen bedenken waarin je doelmatig de elementen van communicatie inzet.