Bij aardrijkskunde kijk je altijd naar de ligging van een plaats of gebied. Er zijn twee soorten ligging: de absolute ligging en de relatieve ligging.
Absolute ligging
De exacte locatie van een stad en vaak wordt dit aangegeven door de lengte- en breedtegraad
Slide 4 - Tekstslide
De absolute ligging geeft aan waar een gebied precies ligt op aarde. Bij wiskunde gebruik je daarvoor een assenstelsel. Bij aardrijkskunde doe je eigenlijk hetzelfde. De x-as is de evenaar en de y-as is de nulmeridiaan van Greenwich. De ligging ten opzichte van de evenaar noem je de breedteligging (B22). De ligging ten opzichte van de nulmeridiaan noem je de lengteligging (B23).
Relatieve ligging
de ligging van een bepaalde plek (bijvoorbeeld een stad) ten opzichte van de andere plek
Slide 5 - Tekstslide
De relatieve ligging van een plaats is de positie van die plaats ten opzichte van een andere plek. Daarbij gebruik je de windrichtingen noord, oost, zuid en west, en de afstand in kilometers, tijd of kosten
Absolute en relatieve afstand
De afstand kun je op twee manieren uitdrukken.
De absolute afstand en de relatieve afstand.
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Absolute afstand
De absolute afstand is de afstand in kilometers die hemelsbreed is gemeten.
De absolute afstand verandert nooit.
Slide 7 - Tekstslide
De absolute afstand is de afstand in kilometers die hemelsbreed is gemeten. Dit betekent dat de afstand is gemeten in een rechte lijn. Kenmerkend voor de absolute afstand is dat hij voor iedereen gelijk is en nooit verandert.
Relatieve afstand
De relatieve afstand is de afstand die je uitdrukt in tijd, kosten en moeite.
Relatief wil zeggen dat je iets in relatie (= verband) ziet tot iets anders.
Slide 8 - Tekstslide
De relatieve afstand is de afstand die je uitdrukt in tijd, kosten en moeite. Relatief wil zeggen dat je iets in relatie (= verband) ziet tot iets anders. Je brengt de reistijd bijvoorbeeld in verband met het vervoermiddel: ga je met de fiets of met de auto? De relatieve afstand is voor iedereen anders. Niet iedereen heeft een rijbewijs of geld om een vliegticket te kopen. En je moet een visum hebben om van Afrika naar Europa te reizen. Relatieve afstand verandert ook in de tijd (figuur 1.23). Het verplaatsen van mensen, goederen en informatie gaat steeds sneller en is steeds goedkoper. Vroeger duurde een reis naar Australië een paar maanden. Nu vlieg je er in 24 uur naartoe.
Opdrachten
Maken in Learnbeat
Paragraaf 1.4
Absolute en relatieve afstand
Opdrachten
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Heb je een kaart nodig om de volgende les te vinden?