liedjes en versjes

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

 Veel zingen draagt bij aan een
A
receptieve taalontwikkeling
B
meervoudige taalontwikkeling
C
productieve taalontwikkeling
D
verstoorde taalontwikkeling

Slide 2 - Quizvraag

Voorlezen stimuleert de
A
productieve taalontwikkeling
B
actieve woordenschat
C
receptieve taalontwikkeling
D
passieve woordenschat

Slide 3 - Quizvraag

Taalontwikkeling is onderdeel van de
A
motorische ontwikkeling
B
sociale ontwikkeling
C
zintuiglijke ontwikkeling
D
cognitieve ontwikkeling

Slide 4 - Quizvraag

Het basissysteem voor taal wordt gevormd in de eerste .......jaar
A
3
B
5
C
7
D
9

Slide 5 - Quizvraag

De eerste ........... jaar vormen de belangrijkste periode in de taalverwerving
A
5
B
2
C
7
D
10

Slide 6 - Quizvraag

De hersengebieden die voor taal noodzakelijk zijn ontwikkelen zich
A
vanaf 1 jaar
B
voor de geboorte
C
vanaf 2 jaar
D
vanaf 1,5 jaar

Slide 7 - Quizvraag

De brabbelfase valt in de
A
pre verbale fase
B
vroeg linguale fase
C
differentiatie fase
D
fase van voltooiing

Slide 8 - Quizvraag

In welke fase bevinden kinderen van
1 tot 2,5 jaar zich?
A
Pre verbale fase
B
Vroeg linguale fase
C
Differentiatiefase
D
De fase van voltooiing

Slide 9 - Quizvraag

Taal wordt gebruikt bij
A
communicatie
B
sturen van gedachten
C
organiseren van waarnemingen
D
onthouden van gebeurtenissen

Slide 10 - Quizvraag

De brabbelfase begint rond de .....maanden
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 11 - Quizvraag

Tijdens de vroeg linguale fase is er sprake van
A
twee woordzinnen
B
losse woordjes
C
zinnen van 5 woorden
D
geen taal

Slide 12 - Quizvraag

De differentiatie fase is van
A
6 tot 7 jaar
B
7 tot 10 jaar
C
1 tot 3,5 jaar
D
2,5 tot 5 jaar

Slide 13 - Quizvraag

Tijdens een overgangs moment
A
gaan de kinderen naar een andere groep
B
worden kinderen besproken in het team
C
gaan de kinderen naar een andere situatie
D
krijgen kinderen het plotseling heel warm

Slide 14 - Quizvraag

Bij positieve overgangsmomenten horen
A
voorspelbare herhaling
B
kinderen die op hun beurt kunnen wachten
C
pm'ers die alles zelf doen
D
flexibele kinderen

Slide 15 - Quizvraag

Een dagritme zorgt voor
A
flexibiliteit
B
veiligheid
C
continuïteit
D
onrust

Slide 16 - Quizvraag

Kinderen zelf de regie geven hoort bij
A
praten en uitleggen
B
sensitive responsiviteit
C
ontwikkelings- stimulering
D
respect voor auto- nomie

Slide 17 - Quizvraag

Herkenning zorgt voor
A
verveeldheid
B
zelfvertrouwen
C
gedemotiveerdheid
D
zelfstandigheid

Slide 18 - Quizvraag

Vanaf groep .....houden kinderen van liedjes waarin wordt geteld, gespeld of een reeks moet worden onthouden.
A
7
B
6
C
4
D
3

Slide 19 - Quizvraag

Stapelliedjes zijn geschikt voor kinderen vanaf
A
5 jaar
B
6 jaar
C
7 jaar
D
8 jaar

Slide 20 - Quizvraag

De taalontwikkeling bestaat uit ..... fasen
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 21 - Quizvraag

Oudste BSO kinderen begrijpen.........woorden
A
800
B
9000
C
13000
D
1000

Slide 22 - Quizvraag

Een liedjeskoffer is geschikt voor
A
0-2 jaar
B
2-4 jaar
C
6-8 jaar
D
8-10 jaar

Slide 23 - Quizvraag

Zingen heeft een gunstig effect op je
A
stress niveau
B
sociale vlak
C
stemapparaat
D
cortisolwaarde

Slide 24 - Quizvraag

De radio aan in de groep zorgt voor
A
gezelligheid
B
sfeer
C
ruis
D
overprikkeling

Slide 25 - Quizvraag

Met liedjes en versjes begin je
A
na 7 maanden
B
na het eerste jaar
C
op peuterleeftijd
D
direct na de geboorte

Slide 26 - Quizvraag

Kinderen van ...........kunnen bezig zijn met ritme
A
0-13
B
2-4
C
3-7
D
6-8

Slide 27 - Quizvraag

door samen te zingen stimuleer je de
A
cognitieve ontwikkeling
B
motorische ontwikkeling
C
sociaal emotionele ontwikkeling
D
zintuiglijke ontwikkeling

Slide 28 - Quizvraag

liedjes en versjes zijn vaak onderdeel van
A
een dagritme
B
een ritueel
C
ontspanning
D
taalontwikkeling

Slide 29 - Quizvraag

liedjes en versjes zijn onderdeel van
A
communicatie
B
methodiek
C
pedagogiek
D
psychologie

Slide 30 - Quizvraag